9 De Memo-mode voor het schakelen van wisselstraten
9.2
Wisselstraten schakelen
Zo wordt het gedaan:
• [mode]-toets zo vaak indrukken totdat in
het display de tekst "Memo-mode" ver-
schijnt. De afzonderlijke toetsen van het
toetsenbord zijn nu niet meer met de
afzonderlijke wissels verbonden, maar
aan elk van de 16 toetsen kan nu een wis-
selstraat zijn toegevoegd, precies zoals u
ze heeft geprogrammeerd.
• Een druk op één van de 16 wisselstraat-
toetsen van het toetsenbord is voldoende
en een complete wisselstraat met max.
10 afzonderlijke stappen wordt gescha-
keld.
9.3
Wisselstraatgroep wisselen
In de Memo-mode wordt in het midden van het
display de actieve groep getoond. De groep, die
bij het verlaten van de Memo-mode actief was,
blijft altijd actief.
Het wisselen van wisselstraatgroep kan door het
invoeren van het nieuwe groepsnummer na het
indrukken van de [menu]-toets uitgevoerd wor-
den.
Zo wordt het gedaan:
• [mode]-toets zo vaak indrukken totdat in
het display de tekst "Memo-mode" ver-
schijnt
• In Memo-mode de [menu]-toets indruk-
ken
• In het linker deel van het display, achter
"Gr.Nr." het nummer van de gewenste
wisselstraatgroep ingeven (1-3)
• Met de [↵]-toets bevestigen
9.4
Koppelen van wisselstraten
Met het TWIN-CENTER kunnen wisselstraten
gekoppeld worden, d.w.z. een wisselstraat kan
een andere wisselstraat oproepen. Hierdoor kun-
44
nen meer dan 10 schakelfuncties met één
opdracht worden uitgevoerd. De koppelings-
opdracht moet de laatste opdracht zijn van een
wisselstraat. Achter de koppelopdracht gepro-
grammeerde stappen worden niet meer uitge-
voerd. Een verstrikking van tegenstrijdige koppe-
lingen wordt automatisch herkend en niet toege-
staan. Voor het koppelen van wisselstraten wor-
den in plaats van het virtuele adres van een
magneetartikel een viercijferig getal ingevoerd.
Dit bestaat uit het koppelingskenmerk 9, het
groepsnummer 1-3 en het rijwegnummer 1-16.
En zo wordt het gedaan:
• De [mode]-toets zo vaak indrukken
totdat in het display de tekst
"Memo-mode" verschijnt
• In Memo-mode de [menu]-toets
indrukken.
• In het linker deel van het display achter
"Gr.Nr." het nummer van de gewenste
wisselstraatgroep invoeren.
• Met [→] gaat u naar het rechter deel
van het display voor het programmeren
"Prog"
• Voor het programmeren de [↵]-toets
indrukken
• Geef het nummer van de rijweg tussen
de 1 en 16 in achter "Rijweg nr."
• Met de [↵]-toets bevestigen
• Onder "Step" het stapnummer ingeven
of de erste stap accepteren
• Door [→] naar de invoer van de
koppeling
• Onder "VAdr." de koppeling invoeren:
9 + groep + rijweg
Gr 1 | Step VAdr RG
S13 |
6
• Ter bevestiging de [↵]-toets drukken
• Cursor springt weer naar "Step"
• Programmering door [←] verlaten
De snelheid van de afhandeling van alle wissel-
straten kan via de speciale optie 450 (veelvoud
van 50 ms., zie bijlage) worden ingesteld.
Vooringesteld is een snelheid van 0,5 sec. per
opdracht. Bij een verkorting van de schakeltijden
moet men erop letten, dat de schakeltijd van het
traagste magneetartikel niet beneden de norm is.
9204