7 De rijregelaar
7.8.1
Dataformats
Het TWIN-CENTER is in staat om digitaaldeco-
ders met verschillende formats tegelijkertijd op
een railstuk aan te sturen. Aan elk afzonderlijk
locadres kan een individueel dataformat toege-
wezen worden, waarmee de desbetreffende
decoder kan worden aangestuurd.
De volgende dataformats kunnen worden inge-
steld:
FMZ
DCC 14/27/28/128 DCC-format met
Virtuele locadressen (locnummer)
De in de lijst opgenomen invoer "vrt.Adr." is geen
dataformat. Een virtueel locadres wordt gebruikt
om een voertuig op te roepen onder een ander
adres dan het decoderadres.
Daar het TWIN-CENTER virtuele adressen tot 4
posities kan verwerken, is het mogelijk om een
FMZ- loc bijvoorbeeld op te roepen onder bouw-
serienummer 221, ook al kan de decoder slechts
op de adressen 1 tot en met 119 worden
ingesteld.
Voor het instellen van een virtueel locadres zie
hoofdstuk 7.9
7.8.2
Kenmerken van dataformats
in het display
Het onder een locadres gebruikte dataformat
wordt in het display voor het locadres aan-
gegeven.
Er zijn de volgende kenmerken:
FMZ
= f
DCC alle Formate = d
virtuelle Adresse
= *
Multitraktion
= + (zie hoofdstuk 7.10)
7.8.3
Instellen van het dataformat
• [lok#]-toets drukken
• locadres opgeven
32
FMZ-format met 15
rijtrappen
14/27/28/128 rijtrappen
• [↵]-toets drukken
• [lok#]-toets drukken
• [menu]-toets drukken
• In het display verschijnt onder de tekst
"Loc instellingen" het actueel ingestelde
loc- dataformat gemarkeerd met een '*'
• Met de toetsen [↓] en [+] naar de
gewenste invoer bladeren
• Met de [↵]-toets wordt het aangegeven
format overgenomen en met een '*' aan
het einde van de regel gekenmerkt
• Met de [menu]-toets terug naar het
rijbedrijf
7.9
Virtuele locadressen
-locnummers-
7.9.1
Inleiding
Met het TWIN-CENTER kunnen virtuele adressen
als locnummers worden opgegeven.
Voor virtuele locadressen is het adresbereik van 1
tot 9999 ter beschikking. Ze kunnen worden
gebruikt om locomotieven onder hun bouwserie-
nummer (vaak 3 cijfers) of onder hun bedrijfs-
nummer (4 cijfers) op te roepen, onafhankelijk van
het adresbereik van de locdecoders. Dit soort
adressen zijn bovendien eenvoudiger te onthou-
den dan zomaar een getal, dat geen betrekking
heeft op het betreffende voertuig.
Een virtueel locadres kan aan iedere locdecoder
worden toegewezen.
Virtuele locadressen kunnen door de regelaars
van het TWIN-CENTER en de TWIN-CONTROL
aangesproken worden en aan de aan de TWIN-
BOXen
aangesloten
toegewezen. Het benutten van virtuele locadres-
sen via besturingsapparaten, die aan de I
zijn aangesloten, is helaas niet mogelijk.
Locomotieven met en virtueel adres (locnummer)
kunnen daarnaast nog steeds onder hun normale
decoderadres worden opgeroepen.
handregelaars
worden
2
C- bus