In dit geval
Als u een vergissing maakt bij het kiezen
van het faxnummer:
Druk op de [WISSEN] toets op het bedieningspaneel om
alle faxnummers te verwijderen die u hebt ingevoerd. Of
druk op [BACK SPACE] op het aanraakscherm om ze een
voor een te verwijderen. Zie "Hoofdstuk 2 EEN FAX
VERZENDEN/ONTVANGEN" in het Bedieningsvoorschrift
voor de fax-unit GD-1250/GD-1260/GD-1270 voor meer
informatie.
Om alle in het adresboek opgegeven faxnummers te verwijderen
Druk op [ALLES WISSEN] op het aanraakscherm.
Om faxnummers op te geven die eerder zijn vastgelegd voor een groep
Druk op het tabblad [GROEP] op het aanraakscherm en selecteer vervolgens de Fax-groep om originelen te
verzenden. Zie "Hoofdstuk 2 EEN FAX VERZENDEN/ONTVANGEN" in het Bedieningsvoorschrift voor de fax-
unit GD-1250/GD-1260/GD-1270 voor meer informatie.
Om op adres te zoeken
Druk op [ZOEKEN] op het aanraakscherm. Zie "Hoofdstuk 2 EEN FAX VERZENDEN/ONTVANGEN" in het
Bedieningsvoorschrift voor de fax-unit GD-1250
/GD-1260/GD-1270 voor meer informatie.
Om de transmissiecondities in te stellen
Druk op [OPTIE] op het aanraakscherm om de transmissiecondities, zoals resolutie en beelddensiteit, in te
stellen. Zie "Hoofdstuk 2 EEN FAX VERZENDEN/ONTVANGEN" in het Bedieningsvoorschrift voor de fax-unit
GD-1250/GD-1260/GD-1270 voor meer informatie.
Om geavanceerde functies in te stellen
Druk op het tabblad [GEAVANCEERD] om geavanceerde functies, zoals Postbuscommunicatie en
Hersteltransmissie, in te stellen. Zie "Hoofdstuk 4 GEAVANCEERDE FUNCTIES" in het Bedieningsvoorschrift
voor de fax-unit GD-1250/GD-1260/GD-1270 voor meer informatie.
Basishandelingen voor faxen
1
2
3
4
5
37