20. De hartslagmonitor is geen medisch instru-
ment. Verschillende factoren, waaronder
bewegingen van de gebruiker, kunnen de
nauwkeurigheid van de hartslagmetingen
beïnvloeden. De hartslagmonitor dient
slechts om de hartslag globaal te meten, als
hulpmiddel bij het oefenen.
21. Laat de loopband nooit zonder toezicht rond-
draaien. Verwijder altijd de sleutel, druk de
stroomschakelaar in de Off (uit) -stand (zie
tekening op bladzijde 6 voor de plaats van de
stroomschakelaar), en haal het stroomsnoer
uit het stopcontact als de loopband niet
gebruikt wordt.
22. Voltooi eerst de montage van de loopband
op dejuiste manier voordat u hem verplaatst.
(Zie MONTAGE op bladzijde 8 en HOE DE
LOOPBAND TE VERPLAATSEN op bladzijde
40). U moet in staat zijn om veilig 20 kg op te
kunnen tillen om de loopband te verplaatsen.
23. Zorg ervoor dat tijdens het verplaatsen van
de loopband de opbergvergrendeling het
onderstel stevig in de opbergstand houdt.
24. Verander de helling van de loopband niet
door voorwerpen onder de loopband te
plaatsen.
25. Steek geen enkel voorwerp in welke opening
van de loopband dan ook.
26. Controleer vóór elk gebruik van de loopband
alle onderdelen van de loopband en draai ze
goed vast.
GEVAAR:
27.
trek het stroomsnoer altijd
direct na gebruik van de loopband uit. Doe
dit ook bij het schoonmaken van de loop-
band, voor het plegen van onderhoud en
voor het bijstellen zoals in deze handleiding
beschreven. Verwijder nooit de motorkap
tenzij een erkende onderhoudsmonteur dat
aangeeft. Onderhoud, anders dan de proce-
dures in deze handleiding, dient uitsluitend
door een erkende onderhoudsmonteur uitge-
voerd te worden.
28. Te veel oefenen kan tot ernstig letsel of tot
de dood leiden. Stop onmiddellijk en begin
met af te koelen als u tijdens het oefenen uit-
geput raakt, kortademig wordt of pijn voelt.
29. Plaats de televisie niet daar waar de tempe-
ratuur lager dan -40° C of hoger dan 60° C is.
Gebruik de televisie niet daar waar de tempe-
ratuur lager dan -5° C of hoger dan 32° C is.
30. Trek tijdens onweer het stroomsnoer uit het
stopcontact en ontkoppel het kabelsysteem
om de loopband en de televisie te bescher-
men. Dit zal beschadiging door bliksem en
stroompieken voorkomen.
31. Zorg er voor dat, wanneer er een verbinding
bestaat met een buitenantenne of kabelsys-
teem, de antenne of het kabelsysteem goed
geaard is om enige bescherming te bieden
tegen spanningspieken en opgebouwde
statische ladingen. Uw plaatselijke voor-
schriften en regelingen zullen informatie
geven met betrekking tot het juist aarden van
de mast en de steunstructuur, het aarden van
de antenneaansluiting tot een antenne met
een elektrisch ontladingssysteem, de grootte
van de geaarde bliksemafleider, de locatie
van de antenne met een elektrisch ontla-
dingssysteem, het aansluiten op geaarde
elektrodes, en de vereisten voor de geaarde
elektrode.
32. Een buitenantenne mag zich niet in de nabij-
heid bevinden van hoogspanningskabels of
elektrisch licht-, of stroomcircuits, of daar
waar deze op dergelijke objecten kunnen
vallen. Wanneer een buitenantenne geïnstal-
leerd wordt, is grote zorgvuldigheid geboden
om geen hoogspanningskabels of circuits
aan te raken, want contact maken kan dode-
lijk zijn.
33. Verwijder de kap of de achterkant van de
televisie niet om het risico op een elektrische
schok te verminderen. Aan de binnenkant
zitten er geen te onderhouden onderdelen.
Laat onderhoud aan gekwalificeerd perso-
neel over.
34. Vraag aan de onderhoudsmonteur om na
voltooiing van onderhoud of reparaties aan
de loopband of de televisie, veiligheidscon-
troles uit te voeren om te controleren dat het
apparaat in goede staat is.
4