Daikin MICROTECH III Handleiding pagina 64
Verberg thumbnails
Zie ook voor MICROTECH III:
- Handleiding (75 pagina's) ,
- Handleiding (69 pagina's) ,
- Handleiding (78 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
10.9.4
Storing sensor Aanzuigtemperatuur [Suction Temperature]
Dit alarm wordt gegenereerd om aan te geven dat de sensor niet goed afleest.
Symptoom
De status van het circuit is OFF.
Het circuit wordt uitgeschakeld met de
normale uitschakelprocedure.
Het pictogram van de bel op het
display van de regeleenheid beweegt.
String in de alarmlijst:
CxCmp1 OffSuctTempSen
String in het logboek alarmen:
CxCmp1 OffSuctTempSen
String in snapshot alarm
CxCmp1 OffSuctTempSen
Reset
Lokale HMI
Netwerk
Auto
10.9.5
Storing sensor perstemperatuur [Discharge Temperature Sensor Fault]
Dit alarm wordt gegenereerd om aan te geven dat de sensor niet goed afleest.
Symptoom
De status van het circuit is OFF.
Het circuit wordt uitgeschakeld met de
normale uitschakelprocedure.
Het pictogram van de bel op het
display van de regeleenheid beweegt.
String in de alarmlijst:
CxCmp1 OffDischTmpSen
String in het logboek alarmen:
CxCmp1 OffDischTmpSen
String in snapshot alarm
CxCmp1 OffDischTmpSen
Reset
Lokale HMI
Netwerk
Auto
D–EOMWC00A07-16_02NL
Oorzaak
Sensor is kortgesloten.
De sensor is defect.
De sensor is niet goed aangesloten
(open).
Oorzaak
Sensor is kortgesloten.
De sensor is defect.
De sensor is niet goed aangesloten
(open).
Gebruiksaanwijzing
Oplossing
Controleer de intacte staat van de
sensor.
Controleer de correcte werking van
de sensoren in overeenstemming
met de informatie inzake het bereik
van kOhm (k ) met betrekking tot de
temperatuurwaarden.
Controleer met een weerstandsmeter
of de sensor kortgesloten is.
Controleer of de sensor op de leiding
van het koelcircuit goed geïnstalleerd
is.
Controleer dat er in de elektrische
contacten van de sensor geen vocht
of water aanwezig is.
Controleer of de elektrische
aansluitingen goed vast zitten.
Controleer of de bedrading van de
sensoren correct is, ook volgens het
schakelschema.
Opmerkingen
Oplossing
Controleer de intacte staat van de
sensor.
Controleer de correcte werking van
de sensoren in overeenstemming
met de informatie inzake het bereik
van kOhm (k ) met betrekking tot de
temperatuurwaarden.
Controleer met een weerstandsmeter
of de sensor kortgesloten is.
Controleer of de sensor op de leiding
van het koelcircuit goed geïnstalleerd
is.
Controleer dat er in de elektrische
contacten van de sensor geen vocht
of water aanwezig is.
Controleer of de elektrische
aansluitingen goed vast zitten.
Controleer of de bedrading van de
sensoren correct is, ook volgens het
schakelschema.
Opmerkingen
64/83
Advertenties
Inhoudsopgave
