Pagina 1
Bewerking Datum 05/2021 Vervangt D-EOMZC00309-19_01NL HANDLEIDING BEDIENINGSPANEEL D-EOMZC00309-19_02NL Luchtgekoelde koeler met door omvormer gestuurde schroefcompressor MICROTECH CONTROLLER Vertaling van de originele instructies...
4.12 Instelling IP regeleenheid ............................29 4.13 Daikin On Site ............................... 31 4.14 Warmteterugwinning ............................. 31 4.15 Snelle herstart ............................... 33 4.16 Opties Software (Alleen voor Microtech 4) ......................33 4.16.1 Het wachtwoord wijzigen voor het aanschaffen van nieuwe Softwareopties ..........34 4.16.2 Het wachtwoord invoeren in een reserveregeleenheid ................
VEILIGHEIDSOVERWEGINGEN Algemeen Installatie, inbedrijfstelling en onderhoud van apparatuur kan gevaarlijk wanneer bepaalde factoren van de installatie niet in beschouwing genomen worden: werkdruk, de aanwezigheid van elektrische componenten en spanningen en de plaats van installatie (verhoogde plinten en opgebouwde structuren). Alleen goed geschoolde installateurs en zeer geschoolde installateurs en technici, met een volledige opleiding voor het product, zijn bevoegd voor het op een veilige manier installeren en opstarten van de apparatuur.
ALGEMENE BESCHRIJVING Basisinformatie Microtech® is een systeem voor het regelen van lucht-/watergekoelde koelmachines met één of twee circuits. Microtech® regelt de start van de compressor, noodzakelijk om de gewenste wateruitlaattemperatuur van de warmtewisselaar te handhaven. In elke bedrijfsmodus van het systeem regelt het de werking van de condensors om een juist condensatieproces in elk circuit te handhaven.
LET OP: Handhaaf de juiste polariteit bij het aansluiten van de voeding naar de platen, anders zal de perifere bus-communicatie niet werken en kunnen de platen beschadigd raken. Communicatiemodules Alle onderstaande modules kunnen rechtstreeks aangesloten worden op de linkerzijde van de hoofdregeleenheid, voor de werking van een BAS of een andere externe interface.
GEBRUIK VAN DE REGELEENHEID De standaard HMI bestaat uit een ingebouwde display (A) met 3 toetsen (B) en een druk-en-draaiknop (C). Het toetsenblok/display (A) bestaat uit een display met 5 regels en 22 tekens. De functie van de drie toetsen (B) wordt hieronder beschreven: Alarmstatus (vanaf elke pagina die verbonden is met de alarmlijst, het alarmlogboek en het alarm-snapshot indien ...
Diagnostiek van het basisregelsysteem De controller MicroTech, de uitbreidingsmodules en de communicatiemodules zijn uitgerust met twee statusleds (BSP en BUS) die de operationele status van de voorzieningen aangeven. De BUS-led geeft de status van de communicatie met de regeleenheid aan.
Navigatie is gelijk aan die van de regeleenheid van de unit die in deze handleiding wordt beschreven. MicroTech® III De externe HMI kan uitgebreid worden tot 700m met behulp van de proces busverbinding die beschikbaar is op de RE. Met een serieschakelingverbinding zoals hieronder, kan een enkele HMI aangesloten worden op maximaal 8 apparaten.
De controller MicroTech heeft een geïntegreerde webinterface die gebruikt kan worden om de unit te bewaken wanneer deze is verbonden met een lokaal netwerk. Het is mogelijk om het IP -adres van de MicroTech te configureren als een vaste IP of als DHCP, afhankelijk van de netwerkconfiguratie.
WERKEN MET DIT SYSTEEM On/Off koelsysteem In de fabrieksinstelling kan het systeem door de gebruiker beheerd worden door middel van de keuzeschakelaar Q0, aanwezig in het schakelbord, die drie standen kan aannemen: 0 – Lokaal – Extern. Systeem uitgeschakeld Systeem ingeschakeld voor de start van de compressoren (Lokaal) On/Off systeem wordt beheerd door het fysieke contact “On/Off extern”.
Pagina 13
Test Circuit #X in testmodus. Deze functie mag uitsluitend gebruikt worden door opgeleid personeel of de servicedienst van Daikin D-EOMZC00309-19_02NL - 13/73...
4.1.2 Functies Scheduler en Stille modus De functie Scheduler kan gebruikt worden wanneer er een programmering voor de automatische start/stop van het koelsysteem nodig is. Ga voor het gebruik van deze functie als volgt te werk: Keuzeschakelaar Q0 = Lokaal (zie 4.1) Inschakeling systeem = Scheduler (zie 4.1.1) Correcte instelling datum en tijd regeleenheid (zie 4.7) De programmering van de Scheduler is beschikbaar via de Main Page (Hoofdpagina) →...
Keuzeschakelaar Q0 = Lokaal (zie 4.1) Inschakeling systeem = Ingeschakeld (zie 4.1.1) Bron regeling = Netwerk (zie 4.5) Sluit het Lokale contact/Netwerkschakelaar (zie 4.5), indien vereist! Setpoints water Dit systeem is bestemd voor het verlagen of verhogen (in geval van warmtepomp) van de watertemperatuur, naar de door de gebruiker ingestelde waarde van het setpoint, weergegeven op de hoofdpagina: Het systeem kan functioneren met een primair of een secundair setpoint, dat als volgt kan worden ingesteld: Selectie toetsenblok + Digitaal contact dubbel setpoint...
Modus systeem De Unit Mode (Modus Systeem) wordt gebruikt om in te stellen of het koelsysteem functioneert voor de productie van gekoeld of verwarmd water. De huidige modus kan worden weergegeven via de hoofdpagina, onder item Unit Mode. Afhankelijk van het type systeem kunnen er, met het wachtwoord onderhoud, verschillende bedrijfsmodi geselecteerd worden in het menu Unit Mode.
Status unit De regeleenheid van het systeem toont op de hoofdpagina informatie over de status van het koelsysteem. Hieronder volgt een toelichting van de verschillende statussen van het koelsysteem: Parameter Algemene Specifieke status Beschrijving status Status unit Auto: Het systeem wordt automatisch bestuurd. De pomp werkt en ten minste één compressor functioneert.
Netwerkbesturing Als de regeleenheid van het systeem is uitgerust met één of meerdere communicatiemodules, kan de functie Network Control (Netwerkbesturing) geactiveerd worden, door middel waarvan het systeem bestuurd kan worden via een serieel protocol (Modbus, BACNet of LON). Ga voor de besturing van het systeem via het netwerk als volgt te werk: Sluit het fysieke contact “Lokaal/Netwerkschakelaar”.
Thermostaatregeling Door middel van de instellingen voor thermostaatregeling kan de reactie op temperatuurwijzigingen worden ingesteld. Voor de meeste toepassingen gelden standaardinstellingen; specifieke plaatselijke omstandigheden behoeven echter mogelijke aanpassingen voor een soepele besturing en een snellere reactie van het systeem. De regeleenheid zal de eerste compressor starten als de gecontrolee rde temperatuur hoger (modus Koelen) of lager (modus Verwarming) is dan het actieve setpoint van ten minste een DT-waarde voor opstarten.
Pagina 22
Thermostaatr egeling OFF Thermostaatregeling ON Thermostaatregeling OFF AS+S KOELMODUS Capaciteitsbelas ting omhoog Capaciteitsbelasting omlaag AS-SD De instellingen voor thermostaatregeling zijn toegankelijk via de Main Page (Hoofdpagina)→Thermostatic Control (Thermostaatregeling) Parameter Bereik Beschrijving Opstarten DT Temperatuurverschil ten opzichte van het actieve setpoint voor de start van het systeem (start van eerste compressor) Uitschakelen DT Temperatuurverschil ten opzichte van het actieve setpoint voor de...
Datum/Tijd De regeleenheid van het systeem is in staat om de opgeslagen datum en tijd te nemen die gebruikt worden voor: Scheduler Stand-bycyclus van het koelsysteem met de Master-Slave configuratie Logboek Alarmen De datum en de tijd kunnen gewijzigd worden via View/Set Unit (Weergave/Instelling systeem) → Date/Time (Datum/Tijd) Parameter Bereik...
Parameter Bereik Beschrijving Besturing pomp Alleen #1 Stel deze parameter in in geval van enkele pomp of van dubbele pomp met alleen pomp #1 operationeel (bijv. in geval van onderhoud op pomp #2) Alleen #2 Stel deze parameter in in geval van dubbele pomp met alleen pomp #2 operationeel (bijv.
4.10 Energiebesparing In dit hoofdstuk worden de functies beschreven die gebruikt worden om het energieverbruik van het systeem te beperken: Vraagbeperking Stroombegrenzing Instelpunt reset Softload Main Menu (Hoofdmenu)→View / Set Unit (Weergave / Instelling systeem)→Power Conservation (Energiebesparing) 4.10.1 Vraagbeperking Door middel van de functie “Vraagbeperking” kan het systeem beperkt worden naar een bepaalde maximale belasting. Het niveau van de vermogensbeperking wordt geregeld met behulp van een extern 4-20 mA-signaal met een lineaire relatie, aangegeven op de onderstaande afbeelding.
4.10.2 Stroombegrenzing Door middel van de functie voor stroombegrenzing kan het stroomverbruik van het systeem geregeld worden door de verbruikte stroom naar onder een specifieke limiet te brengen. Als het externe digitale signaal wordt geactiveerd, wordt de functie Stroombegrenzing geactiveerd en kan de gebruiker een Setpoint voor Stroombegrenzing instellen, gedefinieerd via de HMI of BAS-communicatie.
Parameter Beschrijving Max reset Max reset instelwaarde (geldig voor alle actieve modi) Start Reset DT Gebruikt voor resetten instelwaarde door verdamper DT Max Reset OAT Zie instelwaarde resetten door resetten OAT Strt Reset OAT Zie instelwaarde resetten door resetten OAT Elke strategie moet geconfigureerd worden (ook al is er een standaardconfiguratie beschikbaar) en de parameters kunnen worden ingesteld via het Main Menu (Hoofdmenu) →...
De retour reset kan een negatieve invloed hebben op de werking van de koelmachine indien deze toegepast wordt bij een variabel debiet. Gebruik deze strategie niet in geval van stromingsregeling van het water. LWT SP + MR Parameter Bereik 0.0°C 10.0°C Max Reset (MR) 10.0°C 29.4°C Start Reset DT...
4.11 Elektrische gegevens De regeleenheid van het systeem toont de voornaamste elektrische waarden gelezen door de energiemeter Nemo D4 -L of Nemo D4-Le. Alle gegevens worden samengevat in het menu Electrical Data (Elektrische Gegevens). Main Page (Hoofdpagina) → View/Set Unit (Weergave/Instelling Systeem) → Electrical Data (Elektrische Gegevens) Parameter Beschrijving Gemiddelde...
Pagina 30
Parameter Bereik Beschrijving DHCP De optie DHCP is geactiveerd. De optie DHCP is gedeactiveerd. xxx.xxx.xxx.xxx Het huidige IP-adres Mask xxx.xxx.xxx.xxx Het huidige adres Subnet Mask. Gateway xxx.xxx.xxx.xxx Het huidige Gateway-adres. PrimDNS xxx.xxx.xxx.xxx Het huidige Primaire DNS-adres. ScndDNS xxx.xxx.xxx.xxx Het huidige secundaire DNS-adres. Apparaat POLxxx_xxxxxx De hostnaam van de regeleenheid MTIII.
De pagina Daikin on Site(DoS) kan geopend worden via het Main Menu (Hoofdmenu= → View/Set Unit (Weergave/Instelling Systeem)t → Daikin On Site. Voor het gebruik van de hulpfunctie DoS moet de klant het serienummer aan Daikin meedelen en zicht abonneren op de DoS-service. Vervolgens is het op deze pagina mogelijk om: •...
Pagina 32
Ga vervolgens naar Main Menu (Hoofdmenu)→View/Set Unit (Weergave/Instelling systeem)→Heat Recovery (Warmteterugwinning) Wanneer dit is gedaan moet de regeleenheid gereset worden om de wijzigingen toe te passen. Na de herstart worden alle gegevens en instellingen voor warmteterugwinning weergegeven op de HMI. Daarnaast worden de instelwaarde en het differentiaal van de instelwaarde voor warmteterugwinning zichtbaar en kunnen als dat nodig is aangepast worden: Parameter...
Aan de functies van de koeler is de mogelijkheid voor het gebruik van een set software -opties toegevoegd, in overeenstemming met de op de eenheid geïnstalleerde nieuwe MicroTech 4. De softwareopties behoeven geen extra hardware en betreffen de communicatiekanalen en de nieuwe energiefuncties.
Als de regeleenheid defect is en/of om enige reden vervangen moet worden, moet de klant de Optieset met een nieuw wachtwoord configureren. Als deze vervanging is gepland, kan de klant aan het personeel Daikin een nieuw wachtwoord vragen en de stappen van hoofdstuk 4.15.1 herhalen.
4.17 Bewaking energie (optioneel voor Microtech 4) De bewaking van de energie is een softwareoptie die geen extra hardware vereist. De functie kan geactiveerd worden om een schatting te verkrijgen (met een nauwkeurigheid van 5%) van de momentane prestaties van de koeler voor wat betreft: •...
ALARMEN EN PROBLEMEN OPLOSSEN De regeleenheid beschermt het systeem en de onderdelen tegen het werken onder abnormale omstandigheden. De veiligheidsvoorzieningen kunnen onderverdeeld worden in preventies en alarmen. Alarmen kunnen vervolgens onderverdeeld worden in alarmen voor afvoer en snelle stop. Afzuigingsalarmen worden geactiveerd wanneer het systeem of subsysteem ondanks abnormale bedrijfsomstandigheden een normale uitschakeling uit kan voeren.
5.1.3 Onjuiste ingang reset uitlaatwatertemperatuur [Bad leaving water temperature reset input] Dit alarm wordt gegenereerd wanneer de optie Reset Setpoint geactiveerd is en de ingang naar de regeleenheid zich buiten het toegestane bereik bevindt. Symptoom Oorzaak Oplossing Status systeem is Run. Signaal ingang Reset LWT is buiten Controleer de waarden van het Het pictogram van de bel op het...
5.1.5 Storing pomp #1 verdamper Dit alarm wordt gegenereerd als de pomp gestart wordt maar de debietregelaar niet binnen de recirculatietijd kan sluiten. Dit kan een tijdelijke toestand zijn of kan te wijten zijn aan een defecte debietregelaar, de activering van een stroomonderbreker, zekeringen of een storing van de pomp.
5.1.7 External Event Dit alarm geeft aan dat een apparaat, waarvan de werking met deze machine verbonden is, een probleem meldt op de toegewijde ingang. Symptoom Oorzaak Oplossing Status systeem is Run. externe gebeurtenis heeft Controleer de oorzaak van de Het pictogram van de bel op het gedurende ten minste 5 seconden de externe gebeurtenissen en of dit een...
5.1.10 Sensorfout waterinvoertemperatuur warmteterugwinning Dit alarm wordt telkens gegenereerd wanneer de ingangsweerstand zich buiten een aanvaardbaar bereik bevindt. Symptoom Oorzaak Oplossing Status systeem is Off. De sensor is defect. Controleer de intacte staat van de Alle circuits worden gestopt met een sensor volgens de tabel en het normale uitschakelprocedure.
5.1.13 Communicatiefout snelle herstartmodule Dit alarm wordt gegenereerd in geval van communicatieproblemen met de RRC -module. Symptoom Oorzaak Oplossing Het pictogram van de bel op het De module wordt niet gevoed Controleer de stroomvoorziening van display van de regeleenheid beweegt. de connector aan de zijkant van de String in de alarmlijst: module.
5.1.15 Storing sensor omvormer drukverschil belasting systeem Dit alarm wordt gegenereerd als de omvormer drukverschil van de verdamper defect is. Symptoom Oorzaak Oplossing Status systeem is On De sensor is defect. Controleer de intacte staat van de Het pictogram van de bel op het sensor volgens de tabel en het display van de regeleenheid beweegt.
Alarmen stop leegpompen systeem 5.2.1 Storing sensor waterinvoertemperatuur (EWT) verdamper [Evaporator Entering Water Temperature (EWT) Sensor Fault] Dit alarm wordt telkens gegenereerd als de ingangsweerstand zich buiten een aanvaardbaar bereik bevindt. Symptoom Oorzaak Oplossing Status systeem is Off. De sensor is defect. Controleer de intacte staat van de Alle circuits worden gestopt met een sensor volgens de tabel en het...
5.2.3 Buitenluchttemperatuur (BLT) blokkering Dit alarm voorkomt dat het systeem start bij een te lage buitentemperatuur. Doel is het voorkomen van uitschakelingen lage druk bij het opstarten. De limiet is afhankelijk van de regeling van de op het systeem geïnstalleerde ventilator. Standaard is deze waarde ingesteld op 10°C.
Alarm snelle stop systeem 5.3.1 Noodstop [Emergency Stop] Dit alarm wordt gegenereerd elke keer dat de noodstopknop geactiveerd wordt. Alvorens de noodstopknop te resetten moet u controleren of de schadelijke omstandigheid verwijderd is. Symptoom Oorzaak Oplossing Status systeem is Off. De noodstopknop is ingedrukt.
5.3.3 Storing sensor wateruitvoertemperatuur (WUT) verdamper Dit alarm wordt telkens gegenereerd wanneer de ingangsweerstand zich buiten een aanvaardbaar bereik bevindt. Symptoom Oorzaak Oplossing Status systeem is Off. De sensor is defect. Controleer de intacte staat van de Alle circuits worden gestopt met een sensor volgens de tabel en het normale uitschakelprocedure.
5.3.5 Extern alarm Dit alarm wordt gegenereerd om aan te geven dat een extern apparaat dat met de werking van dit systeem is gekoppeld een storing vertoont. Dit externe apparaat kan een pomp of een inverter zijn. Symptoom Oorzaak Oplossing Status systeem is Off.
5.3.7 OptionCtrlrCommFail Dit alarm wordt gegenereerd in geval van communicatieproblemen met de AC-module. Symptoom Oorzaak Oplossing Status systeem is Off. De module wordt niet gevoed Controleer de stroomvoorziening van Alle circuits worden onmiddellijk de connector aan de zijkant van de gestopt.
5.3.8 Voedingsfout (Alleen voor met de UPS optie) Dit alarm wordt gegenereerd wanneer de hoofdvoeding op Off staat en de regeleenheid van het systeem door de UPS wordt gevoed. Voor het oplossen van deze storing is een directe ingreep op de stroomvoorziening van dit systeem nodig.
5.3.9 PVM-alarm Dit alarm wordt gegenereerd in geval van problemen met de stroomvoorziening naar het koelsysteem. Voor het oplossen van deze storing is een directe ingreep op de stroomvoorziening van dit systeem nodig. Directe ingrepen op de stroomvoorziening kunnen elektrocutie, brandwonden of zelfs de dood tot gevolg hebben.
Circuitwaarschuwingen 5.4.1 Storing druksensor economiser Dit alarm wordt gegenereerd om aan te geven dat de sensor niet goed afleest. Symptoom Oorzaak Oplossing De status van het circuit is Aan. De sensor is defect. Controleer de intacte staat van de Voorverwarmer is Uit. sensor.
5.4.3 Leegpompen mislukt [Failed Pumpdown] Dit alarm wordt gegenereerd om aan te geven dat het circuit er niet is in geslaagd om al het koelmiddel uit de verdamper te verwijderen. Dit alarm wordt automatisch gewist zodra de compressor stopt, en wordt dus alleen in de alarmgeschiedenis wordt geregistreerd.
5.4.5 Storing sensor gaslek Dit alarm wordt gegenereerd om aan te geven dat de sensor niet goed afleest. Symptoom Oorzaak Oplossing De status van het circuit is Aan. De sensor is defect. Controleer de intacte staat van de Het pictogram van de bel op het sensor.
5.4.8 Stroomuitval Dit alarm duidt op een korte onderspanning op een hoofdstroomvoorziening, die het systeem niet uitschakelt, is opgetreden. Voor het oplossen van deze storing is een directe ingreep op de stroomvoorziening van dit systeem nodig. Directe ingrepen op de stroomvoorziening kunnen elektrocutie, brandwonden of zelfs de dood tot gevolg hebben.
Alarmen afzuigingsstop circuit 5.5.1 Storing sensor afvoertemperatuur Dit alarm wordt gegenereerd om aan te geven dat de sensor niet goed afleest. Symptoom Oorzaak Oplossing De status van het circuit is OFF. Sensor is kortgesloten. Controleer de intacte staat van de Het circuit wordt uitgeschakeld met de sensor.
5.5.3 Storing hoge Compressor Vfd temperatuur Dit alarm wordt gegenereerd om aan te geven dat de VFD temperatuur te hoog is om de compressor te laten draaien. Symptoom Oorzaak Oplossing De status van het circuit is OFF. De magneetklep voor koeling werkt Controleer de elektrische aansluiting Het circuit wordt uitgeschakeld met de niet goed.
5.5.6 Oliedruk sensor-storing [Oil Pressure Sensor Fault] Dit alarm wordt gegenereerd om aan te geven dat de sensor niet goed afleest. Symptoom Oorzaak Oplossing De status van het circuit is OFF. De sensor is defect. Controleer de intacte staat van de Het circuit wordt uitgeschakeld met de sensor.
Versnelde stopzetting-alarmen circuit [Circuit Rapid Stop Alarms] 5.6.1 Fout VFD compressor [Compressor VFD fault] Dit alarm geeft een abnormale situatie aan waardoor de inverter tot stoppen gedwongen wordt. Symptoom Oorzaak Oplossing De status van het circuit is OFF. De inverter werkt in een onveilige Controleer het alarm-snapshot om de De compressor neemt geen belasting situatie en daarom moet de inverter...
De status van het circuit is OFF. Alarm A3 Neem contact Het circuit wordt gestopt. servicedienst van Daikin Het pictogram van de bel op het display van de regeleenheid beweegt. String in de alarmlijst: Cx OffA3VfdFault String in het logboek alarmen: ...
5.6.6 Storing communicatie EXV-driver Dit alarm geeft aan dat de EXV-drivermodule niet goed communiceert met de controller van de eenheid. Symptoom Oorzaak Oplossing Circuit wordt gestopt Hardwarefout Neem contact op met de technische afvoertemperatuur hoge dienst om het probleem op te lossen. grenswaarde bereikt.
5.6.9 EXV aandrijving van voorverwarmer niet aangesloten Dit alarm geeft een abnormale situatie van de Voorverwarming EXV aandrijving aan. Symptoom Oorzaak Oplossing Circuit wordt gestopt Ventiel is niet verbonden. bedradingsschema afvoertemperatuur hoge controleer of het ventiel juist met de grenswaarde bereikt. module is verbonden.
5.6.12 EXV-Motor niet aangesloten (Alleen TZ B en TZC-systeemen) Dit alarm duidt op een abnormale situatie van de EXV-driver. Symptoom Oorzaak Oplossing De status van het circuit is OFF. Ventiel is niet verbonden. bedradingsschema Circuit is onmiddellijk gestopt. controleer of het ventiel juist met de Het pictogram van de bel op het module is verbonden.
5.6.15 Alarm hoge afvoertemperatuur [High Discharge Temperature Alarm] Dit alarm geeft aan dat de temperatuur op de afvoeropening van de compressor een maximale grens heeft overschreden, waardoor de mechanische onderdelen van de compressor beschadigd kunnen worden. Wanneer dit alarm optreedt kunnen de carter en de afvoerleidingen van de compressor zeer heet worden.
5.6.17 Alarm hoge motortemperatuur [High Motor Temperature Alarm] Dit alarm geeft aan dat de motortemperatuur de maximale temperatuurlimiet voor veilige werking overschreden heeft. Symptoom Oorzaak Oplossing De status van het circuit is OFF. Onvoldoende koeling van motor. Controleer de koudemiddelvulling. De compressor laadt en ontlast niet meer en het circuit wordt gestopt.
5.6.19 Hogedruk-alarm Dit alarm wordt gegenereerd wanneer de temperatuur van verzadigde condensatie stijgt boven de maximale verzadigde condensatietemperatuur en de regeling niet in staat is om deze toestand te compenseren. De maximale verzadigde temperatuur van de condensator is 68,5°C maar deze kan afnemen wanneer de verzadigde temperatuur van de verdamper negatief wordt.
5.6.20 Lagedrukalarm Dit alarm wordt gegenereerd wanneer de verdampingsdruk daalt tot onder de lage druk-ontlasting en de regeling niet in staat is om deze toestand te compenseren. Symptoom Oorzaak Oplossing De status van het circuit is OFF. Voorbijgaande toestand zoals de Wacht totdat de toestand hersteld De compressor laadt en ontlast niet synchronisatie van een ventilator...
5.6.21 Alarm lage drukverhouding [Low Pressure Ratio Alarm] Dit alarm geeft aan dat de verhouding tussen de verdampings- en de condensatiedruk onder een grenswaarde ligt die afhankelijk is van de snelheid van de compressor en een juiste smering voor de compressor garandeert. Symptoom Oorzaak Oplossing...
5.6.23 Alarm mechanische hoge druk [Mechanical High Pressure Alarm] Dit alarm wordt gegenereerd wanneer de druk van de condensator boven de limiet voor mechanische hoge druk stijgt waardoor dit apparaat de stroomvoorziening naar alle hulprelais opent. Dit v eroorzaakt een onmiddellijke uitschakeling van de compressor en alle andere actuatoren in dit circuit.
De instelling voor netspanning op de Meet de netspanning naar de koeler String in de alarmlijst: Microtech is niet geschikt voor de en selecteer de juiste waarde op de Cx OffOverVoltage gebruikte stroomvoorziening (A/C- Microtech HMI.
De instelling voor netspanning op de Meet de netspanning naar de koeler String in de alarmlijst: Microtech is niet geschikt voor de en selecteer de juiste waarde op de Cx OffOverVoltage-AC gebruikte stroomvoorziening (A/C- Microtech HMI.
De instelling voor netspanning op de Meet de netspanning naar de koeler String in de alarmlijst: Microtech is niet geschikt voor de en selecteer de juiste waarde op de Cx OffUnderVoltage gebruikte stroomvoorziening (A/C- Microtech HMI.
De instelling voor netspanning op de Meet de netspanning naar de koeler String in de alarmlijst: Microtech is niet geschikt voor de en selecteer de juiste waarde op de Cx OffUnderVoltage-DC gebruikte stroomvoorziening (A/C- Microtech HMI.
Pagina 73
Deze publicatie is opgesteld voor het verstrekken van informatie, maar vormt geen bindend aanbod door Daikin Applied Europe S.p.A.. Daikin Applied Europe S.p.A. heeft de inhoud van deze publicatie naar beste weten opgesteld. Er wordt geen expliciete of impliciete garantie verstrekt met betrekking tot de volledigheid, de nauwkeurigheid, de betrouwbaarheid of de geschiktheid van de inhoud, de producten en de diensten die in dit document worden vermeld.