Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Daikin MICROTECH III Handleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor MICROTECH III:
Inhoudsopgave

Advertenties

HANDLEIDING BEDIENINGSPANEEL
LUCHTGEKOELDE WATERKOELER & WARMTEPOMP
MICROTECH III CONTROLLER
D-EOMHP00706-14NL
D-EOMHP00706-14NL - 1/78

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Daikin MICROTECH III

  • Pagina 1 HANDLEIDING BEDIENINGSPANEEL LUCHTGEKOELDE WATERKOELER & WARMTEPOMP MICROTECH III CONTROLLER D-EOMHP00706-14NL D-EOMHP00706-14NL - 1/78...
  • Pagina 2 Inhoudsopgave Versieoverzicht Goedgekeur Vers Datum Beschrijving Gecontrolee ienr. uitgave Auteur D-EOMHP00706-14NL - 2/78...
  • Pagina 3: Doel Van Toepasselijk(E) Model(Len)

    Doel van toepasselijk(e) model(len) BU’s / Type: Luchtgekoelde multi-scroll warmtepomp / waterkoeler Koelmiddel: R410A Voltage Naam model 400V/50Hz EWAQ GZ/EWYQ GZ D-EOMHP00706-14NL - 3/78...
  • Pagina 4: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Versieoverzicht ......................2 Doel van toepasselijk(e) model(len) ..............3 Inhoudsopgave ......................4 Veiligheidsaspecten ..................9 Algemeen ................................9 Vermijd elektrocutie ............................9 Veiligheidsvoorzieningen ..........................9 1.3.1 Algemene veiligheidsvoorzieningen ..................10 1.3.2 Veiligheidsvoorzieningen circuits ....................10 1.3.3 Veiligheidsvoorzieningen onderdelen ..................10 Algemene beschrijving ................
  • Pagina 5 Werken met dit apparaat ................23 Human Machine Interface ......................... 23 Bladeren door het menu ..........................25 Basisinstellingen ............................26 4.3.1 Configuratie-instelling koelapparaat ..................26 4.3.2 IP-instelling controller ........................27 4.3.3 Installatie voor BMS .......................... 27 4.3.3.1 INSTELLING LON..................27 4.3.3.2 BACNET INSTELLING ..................
  • Pagina 6 7.1.2.1 Verlies fasespanning / GFP fout ..............43 7.1.2.2 Water bevriezen afsluiten [Water freeze shut down] ........43 7.1.2.3 Waterstromingsverlies [Water flow loss] ............43 7.1.2.4 Vorstbescherming waterpomp ................ 45 7.1.2.5 Warmwaterbescherming pomp ............... 45 7.1.2.6 Watertemperatuur omgekeerd [Water temp inverted] ......... 45 7.1.2.7 Lage buitenluchttemperatuur blokkering [Low OAT lock out] ....
  • Pagina 7 7.3.2.7 Storing sensor temperatuur compressorbehuizing ........57 7.3.3 Uitschakelen compressor voor olietoevoer ................57 Optionele functie ................... 57 Koelen met ijs-modus [Ice mode] ......................57 8.1.1 Instelling apparaat ..........................57 8.1.2 Werking in ijsmodus ......................... 57 8.1.2.1 Capaciteitsregeling ..................58 8.1.2.2 Vertragingstimer IJsmodus ................
  • Pagina 8 8.10 Regeling waterklep ..........................64 8.10.1 Instelling apparaat ........................65 8.10.2 Regeling waterklep ........................65 8.10.2.1 Sluiten ......................65 8.10.2.2 Openen ......................65 8.10.2.3 SLUITEN......................65 8.11 Snel herstel ..............................65 8.12 Regeling koelapparaatnetwerk ......................65 8.12.1 Instelling apparaat ........................66 8.12.2 Master / Slave communicatie ....................
  • Pagina 9: Veiligheidsaspecten

    1 Veiligheidsaspecten 1.1 Algemeen Installatie, inbedrijfstelling en onderhoud van apparatuur kan gevaarlijk wanneer bepaalde factoren van de installatie niet in beschouwing genomen worden: werkdruk, de aanwezigheid van elektrische componenten en spanningen en de plaats van installatie (verhoogde plinten en opgebouwde structuren). Alleen goed geschoolde installateurs en zeer geschoolde installateurs en technici, met een volledige opleiding voor het product, zijn bevoegd voor het op een veilige manier installeren en opstarten van de apparatuur.
  • Pagina 10: Algemene Veiligheidsvoorzieningen

    1.3.1 Algemene veiligheidsvoorzieningen Veiligheidsvoorzieningen op dit niveau van ernst schakelen alle circuits uit en stoppen het volledige apparaat. Wanneer een algemene veiligheidsvoorziening in werking gesteld wordt, is een handmatige interventie aan het apparaat nodig om de normale bediening van de machine te herstellen. In geval van een alarm in verband met tijdelijk abnormale omstandigheden zijn er uitzonderingen op deze algemene regel.
  • Pagina 11 Wanneer een van deze alarmen optreedt, wordt het apparaat onmiddellijk gestopt of zelfs belemmerd om te starten. De alarmen worden automatisch gewist zodra het probleem is opgelost. Dit automatisch wissen zorgt ervoor dat het apparaat automatisch herstelt in geval van tijdelijke omstandigheden waarin de voedingsspanning de boven- of ondergrens bereikt die ingesteld is op de veiligheidsvoorziening.
  • Pagina 12: Algemene Beschrijving

    Elk circuit is voorzien van ten minste één hogedrukschakelaar die probeert te voorkomen dat de overdrukklep opent. Wanneer de persdruk te hoog wordt, opent de mechanische hogedrukschakelaar en wordt de compressor onmiddellijk gestopt waarbij de stroomvoorziening naar het hulprelais afgesloten wordt.
  • Pagina 13 De volgende afkortingen worden vaak gebruikt: Afkortingen Beschrijving Circuit Temp Temperatuur Druk Comp Compressor Cond Condensor Evap Verdamper [Evaporator] Elektronische expansieklep [Electronic expansion valve] Thermostatische expansieklep [Thermostatic expansion valve] Magneetklep [Solenoid valve] ECON Voedingswatervoorverwarmer [Economizer] Luchtgekoelde warmtewisselaar [Air cooled heat exchanger] Watergekoelde warmtewisselaar [Water cooled heat exchanger] Vierwegklep [Four way valve] Hogedrukschakelaar [High pressure switch]...
  • Pagina 14: Regelsysteem

    UC. ACS I / F kaart, die de variabele frequentie van de compressor regelt, communiceert via een Modbus met UC. De Microtech III beheert continu de informatie die ontvangen wordt van de verschillende druk- en temperatuursensoren die geïnstalleerd zijn op de compressoren en deze informatie aan het apparaat doorgeven.
  • Pagina 15: Communicatie-Onderdelen

    3.2 Communicatie-onderdelen De unit gebruikt verschillende communicatie-onderdelen. Het aantal hangt af van het aantal compressors dat de unit bevat. De te gebruiken onderdelen zijn vermeld in de onderstaande tabel. Het onderstaande diagram geeft aan hoe die modules aan elkaar verbonden zijn. Aantal compressors Onderdelen Adres...
  • Pagina 16: Licht-Emitterende Dioden Op Printplaten

    Compressor VFD (Draaischakelaar: 0) (Adres: 1) (Adres: 2) Compressor VFD Compressor VFD (Adres: 1) (Adres: 2) BAS interface Microtech III hoofdcontroller POL687 I/O uitbreiding POL94U I/O uitbreiding POL965 I/O uitbreiding POL965 (Adres: 3) (Adres: 2) (Adres: 18) I/O uitbreiding POL965...
  • Pagina 17: Uitbreidingsmodules Bsp Led

    3.3.2 Uitbreidingsmodules BSP LED Modus BSP upgrademodus Rood en groen knipperen wijzigt per seconde. BSP in bedrijf Groen BSP-fout (softwarefout) Rood knipperen met 2Hz Hardwarefout Rood 3.3.3 BUS LED Deze led geeft de status van de communicatie met de regeleenheid aan. Modus Communicatie werkt maar de parameter van de toepassing is verkeerd of Geel...
  • Pagina 18 TX LED2 RX LED1 CPU&COM HAP TX LED2 Modus Modbus-gegevens met succes verzonden Knipperen Modbus-gegevens worden niet verzonden Geen verlichting RX LED1 Modus Modbus-gegevens met succes ontvangen. Knipperen Modbus-gegevens worden niet ontvangen Geen verlichting CPU&COM HAP Modus Belangrijkste chip werkt. ACS-communicatie is nog niet gestart.. Knipperen met 200 ms/cyclus Belangrijkste chip werkt.
  • Pagina 19: Compressor Vfd Led

    3.3.5 Compressor VFD LED Modus Belangrijkste chip werkt correct. Knipperen Belangrijkste chip werkt niet. Stroom komt bij chip. Verlichting (niet knipperen) Belangrijkste chip werkt niet. Geen verlichting 3.4 Beschikbare sensoren 3.4.1 Drukomvormers Er worden twee soorten elektronische sensoren gebruikt om de zuig-, pers- en oliedruk in elke stroomkring te meten.
  • Pagina 20: Beschikbare Regelingen

    3.5 Beschikbare regelingen 3.5.1 Verdamperpompen De controller kan een of meer verdamperpompen regelen en verzorgt de automatische overschakeling tussen pompen. Het is ook mogelijk om voorrang te geven aan bepaalde pompen en een van de twee pompen tijdelijk uit te schakelen. Indien de pompen uitgerust zijn met inverters, kan de controller ook de pompsnelheid controleren.
  • Pagina 21: Stromingsschakelaar

    Maximale vraag 888-889 (MC24) 4-20 mA analoge ingang Stroombegrenzing (optioneel) 889-890 (MC24) 4-20 mA analoge ingang Ongedaan maken instelwaarde 886-887 (MC24) 4-20 mA analoge ingang 3.6.1.1 Stromingsschakelaar Hoewel de stromingsschakelaar als optie aangeboden wordt, is het verplicht om er een te installeren en aan te sluiten op de digitale ingangsklemmen om te zorgen dat de koeler alleen werkt als een minimale doorstroming waargenomen wordt.
  • Pagina 22: Compressorstatus

    (50% maximale vraag kan verschillen van 50% van de FLA van de eenheid). Het signaal van de maximale vraag kan continu gewijzigd worden tussen 4 en 20 mA. De Microtech III zal dit signaal omzetten in een verandering van de capaciteitsbeperking van het apparaat tussen minimum capaciteit en volledige capaciteit met een lineair verband.
  • Pagina 23: Werken Met Dit Apparaat

    4 Werken met dit apparaat 4.1 Human Machine Interface Het apparaat is uitgerust met Microtech ® III, dat zich direct op het bedieningspaneel bevindt. De controller heeft een gebruiksvriendelijke Human Machine Interface (HMI) waarmee alle operationele instellingen binnen hun eigen veiligheidsbereik kunnen worden aangepast en alle parameters in uitvoering bewaakt kunnen worden.
  • Pagina 24 U n i t S t a t u s = O f f : U n i t A c t i v e S e t p t = 7 . 0 ° C Het actieve item wordt wordt in contrast weergegeven: in dit voorbeeld is het item dat in het hoofdmenu gemarkeerd wordt een link naar een andere pagina.
  • Pagina 25: Bladeren Door Het Menu

    4.2 Bladeren door het menu De eerste kolom is het hoofdniveau van de hiërarchie van het menu. Wanneer de gebruiker selecties in een kolom maakt, worden deze naar de rechterzijde verplaatst. Wanneer er geen menu's meer bestaan in een pad, wordt de bestuurder bij het selecteren van een optie doorgestuurd naar het geselecteerde scherm.
  • Pagina 26: Basisinstellingen

    4.3 Basisinstellingen Alvorens het apparaat op te starten, moeten enkele basisinstellingen worden uitgevoerd. Deze instelwaarden zijn toegankelijk via het volgende pad: Menuniveau 1 Menuniveau 2 WACHTWOORD INVOEREN Overzichtsinformatie eenheid SNELMENU WEERGAVE / EENHEID INSTELLEN WEERGAVE / CIRCUIT INSTELLEN INGEBRUIKNAME APPARAAT --->...
  • Pagina 27: Ip-Instelling Controller

    Vloeistofleiding SV Uitschakelen Inschakelen, uitschakelen “Hogere limiet” wordt alleen HPS-instelling Normaal Normaal, hogere limiet gebruikt voor Amerikaanse waterkoelapparaten. Comm. Module1 BACNET IP, BACNET MSTP, Comm. Module2 Automatisch gedetecteerd. LON, MODBUS, AWM Comm. Module3 Wijziging van een van deze waarden moet door de controller bevestigd worden door het instellen van "Apply Changes = Yes".
  • Pagina 28: Bacnet Instelling

    Min. verzendingstijd Heartbeat-signaal ontvangen LON BSP LON Softwareversie Wijziging van een van deze waarden moet door de controller bevestigd worden door het instellen van "Apply Changes = Yes". Dit veroorzaakt het opnieuw opstarten van de controller! 4.3.3.2 BACNET INSTELLING BACNET IP-INSTELLING lezen schrijven Wijzigingen toepassen...
  • Pagina 29: Modbus Instelling

    Wijziging van een van deze waarden moet door de controller bevestigd worden door het instellen van "Apply Changes = Yes". Dit veroorzaakt het opnieuw opstarten van de controller! 4.3.3.3 MODBUS instelling MODBUS INSTELLING lezen schrijven Wijzigingen toepassen Status module Adres Pariteit Twee stopbits Baudfrequentie...
  • Pagina 30: Operationele Instellingen

    PERIODIEK ONDERHOUD lezen schrijven Volgende onderhoud mm/jj Ref. onderhoudsdienst 4.4 Operationele instellingen Om het apparaat goed te laten worden, moeten de volgende menu-opties correct worden ingesteld. In het bijzonder, moeten de eerste twee opties voor alle waterkoelers ingesteld worden. De andere menu-opties zijn voor optionele besturingselementen.
  • Pagina 31 Hieronder worden alle instelwaarden onder "INSTELLEN" beschreven. “S*” onder de “schrijven” kolom in de lijst betekent dat het wachtwoord voor onderhoud nodig is om de waarden te wijzigen. INSTELLING lezen schrijven Beschrijving, paragraaf voor opzoeken Apparaat inschakelen Zie paragraaf 5. Beschikbaarheid apparaat Bron van regeling Zie paragraaf 5.
  • Pagina 32: Voorafgaand Aan Inbedrijfstelling

    Zachte belading Optionele regeling. 8.7 Regeling zachte belading zachte belading begin cap lim Optionele regeling. 8.7 Regeling zachte belading Opvoeren door zachte belading Optionele regeling. 8.7 Regeling zachte belading Stroombegrenzing Optionele regeling. Zie paragraaf 8.3 Regeling stroombegrenzing Type Optionele regeling. Zie paragraaf 8.3 Regeling stroombegrenzing Instelling stroombegrenzing Optionele regeling.
  • Pagina 33: Watertoevoer

    Aansluiting waterleiding Controleer of water naar behoren aan het apparaat kan worden geleverd. 4.5.2 Watertoevoer Controleer of de kwaliteit en de hoeveelheid water die worden beschreven in de installatiehandleiding aan het apparaat geleverd wordt. Tevens moet alle lucht volledig uit het systeem verwijderd worden. Zorg er tenslotte voor dat water naar behoren door het systeem kan circuleren.
  • Pagina 34: Beschikbaarheid Apparaat

    opnemen met uw plaatselijke verkooppunt. Beschadigde apparatuur Controleer of er geen deel van de eenheid beschadigd is. Luchtinlaat/luchtuitlaat Controleer of er geen obstructie is die de luchtstroom naar de regelkast en vinnen-buizen naar regelkast en spoelen verstoort. vinnen&buizen spoelen. Compressor Controleer of er geen abnormaal lawaai of trillingen aanwezig zijn.
  • Pagina 35: Koelen Koelapparaten

    Verwarmen / Koelen met ijs met glycol Koelen met ijs Warmte Verwarmen met glycol met glycol Koel Koelen met glycol Netwerk Koelen met ijs Koelen met ijs met glycol Warmte Verwarmen met glycol Test Test Opmerking 'x' geeft aan dat deze instellingen kunnen worden genegeerd. Opmerking 2: Schakelaar verwarmen/koelen heeft 3 seconden nodig om te zorgen voor de Verwarmen of Koelen status wanneer deze gewijzigd wordt.
  • Pagina 36: Functies Apparaat

    6 Functies apparaat 6.1 LWT doel bepalen Hieronder wordt beschreven hoe het LWT-doel te wijzigen door middel van de Lokale of Netwerk- regeling 6.1.1 LWT-doel --- Voor warmtepomp eenheid --- Als de instelwaarde voor type eenheid ingesteld is op "Warmtepomp", moet het Basis LWT-doel ingesteld worden volgens de onderstaande tabel.
  • Pagina 37: Geen Reset

    Type]. Nadat resets zijn uitgevoerd, kan het LWT doel nooit hoger zijn dan een waarde van 20°C bij koelen en nooit onder een waarde van 25°C komen in de verwarmingmodus. Het doel wordt elke 10 seconden gereset met 0,1°C. 6.1.2.1 Geen reset De geactiveerde wateruittrede-variabel [Active Leaving Water variable] is ingesteld op een waarde die gelijk is aan het huidige instelpunt wateruittredetemperatuur [LWT].
  • Pagina 38: Reset Buitenluchttemperatuur

    --- Voor koeling --- Actieve wateruittredetemperatuur-doelstelling Instelpunt wateruittredetempe ratuur + Max. reset Max reset Instelpunt wateruittredetempe ratuur 4mA (DC) 20mA (DC) Reset-signaal (mA) --- Voor verwarming --- Actieve wateruittredetemperatuur-doelstelling Instelpunt wateruittredetemperatu Max reset Instelpunt wateruittredetempera tuur - Max. reset 4mA (DC) 20mA (DC) Reset-signaal (mA) 6.1.2.4 Reset buitenluchttemperatuur...
  • Pagina 39 Actieve wateruittredetemperatuur-doelstelling Instelpunt wateruittredetempe ratuur + Max. reset Max reset Instelpunt wateruittredetemperatu Max. reset Start reset Buitenluchttempe buitenluchttemperatuur buitenluchttemperatu ratuur (Koeling) ur (Koeling) --- Voor verwarming --- Actieve wateruittredetemperatuur-doelstelling Instelpunt wateruittredetemperat Max reset Instelpunt wateruittredetempera tuur - Max. reset Start reset Max.
  • Pagina 40: Selectie Pomp

    6.2 Selectie pomp De gebruikte output van de pomp is afhankelijk van de instelwaarde Regeling instelwaarde pomp verdamper. Bij deze instelling zijn de volgende configuraties mogelijk. HMI instelling Beschrijving Alleen #1 Pomp 1 wordt altijd gebruikt Alleen #2 Pomp 2 wordt altijd gebruikt nr.1 Primair Pomp 1 wordt normaal gebruikt, met pomp 2 als backup nr.
  • Pagina 41: Delta T Opstarten, Sequentieel Inschakelen, Sequentieel Uitschakelen, Afsluiten

    LWT actieve instelwaarde wordt bepaald door LWT instelwaarde op HMI en LWT resetten. 6.3.2.3 Delta T opstarten, sequentieel inschakelen, sequentieel uitschakelen, afsluiten Het doel van deze logica is voorkomen van buitensporig starten en stoppen van circuits wanneer de vereiste capaciteit voor koelen of verwarmen zeer klein is. Delta T opstarten en Delta T afsluiten maken gebruik van het schema hieronder.
  • Pagina 42: Regeling Ontdooien

    compressor 6.3.4 Regeling ontdooien In de verwarmingsmodus, ontstaat onder bepaalde omstandigheden bevriezing op de luchtwarmtewisselaar. Deze bevriezing kan leiden tot een lagedrukalarm, minder verwarmingscapaciteit, lekken door schade aan de koperen buis of andere schade. Daarom moet wanneer de bevriezing een ontoelaatbaar niveau bereikt, het koelapparaat "Ontdooien"...
  • Pagina 43: Alarmen Unitstoringen

    Slechte invoer flexibele Waarschuwing Auto stroombegrenzing Dit alarm kan geactiveerd zijn, ongeacht de Koeler netwerk communicatiestoring Waarschuwing Auto status van de unit. [Chiller network communication failure] 7.1.2 Alarmen unitstoringen 7.1.2.1 Verlies fasespanning / GFP fout [Doel] Controle van omgekeerde fase, gebrek aan fase en onevenwichtig voltage. [Trigger] PVM / GFP input is “laag”...
  • Pagina 44 [Reset] Dit alarm kan te allen tijde handmatig worden beëindigd via het toetsenblok of via de BAS- besturingsopdracht alarm beëindigen. Als geactiveerd via trigger 1: Wanneer het alarm door deze trigger in werking wordt gezet, kan het de eerste twee keer op een dag automatisch resetten.
  • Pagina 45: Vorstbescherming Waterpomp

    7.1.2.4 Vorstbescherming waterpomp [Doel] Vermijden dat het water bevriest. Wanneer de temperatuur van het water onder het onderstaande instelpunt, dan miet de pomp opgestart worden, ongeacht de werking van de koeler. [Trigger] EWT of LWT is lager is later dan de instelwaarde voor bevriezen van water - 0,6 ° C wanneer het apparaat uitgeschakeld is.
  • Pagina 46: Lage Buitenluchttemperatuur Blokkering [Low Oat Lock Out]

    7.1.2.7 Lage buitenluchttemperatuur blokkering [Low OAT lock out] Bij dit alarm dienen twee verschillende acties ondernomen te worden, afhankelijk van de triggers. De instelpunten variëren op basis van de configuratie van de VFD-ventilator en de werkingsmodus van het circuit. [Doel] Vermijden dat de unit werkt buiten het werkingsbereik.
  • Pagina 47: Fout Lwt Sensor

    OAT (buitentemperatuur) is gedurende 5 seconden, met apparaat uit in verwamingsmodus, hoger dan de instelwaarde blokkering door lage hoge AT. [Actie] Als geactiveerd via trigger 1: Reguliere stopzetting van alle circuits die in bedrijf zijn als storing Als geactiveerd via trigger 2: Geen toestemming om te starten (Waarschuwing) [Reset] Automatische beëindiging wanneer de buitenluchttemperatuur >...
  • Pagina 48: Noodstop

    Buiten bereik gedurende 1 seconde [Actie] Reguliere stopzetting van alle circuits die in bedrijf zijn [Reset] Dit alarm kan handmatig gewist worden via het toetsenblok of via de BAS-besturingsopdracht als de sensor weer binnen bereik is. 7.1.2.12 Noodstop [Trigger] Noodstopschakelaar ingeschakeld. [Actie] Snelle stopzetting van alle werkende circuits [Reset]...
  • Pagina 49: Slechte Aflezing Stroom Unit

    Input wateruittredetemperatuur herstel buiten bereik (bereik: 4-20 mA) gedurende 1 seconde wanneer LWT resetinstelling = 4-20 mA [Actie] Wateruittredetemperatuur herstel negeren. [Reset] Automatische beëindiging wanneer de wateruittredetemperatuur reset-instelling binnen 4-20MA ligt of wanneer de wateruittredetemperatuur reset invoer terug binnen bereik is gedurende 5 seconden. 7.1.3.3 Slechte aflezing stroom unit [Trigger]...
  • Pagina 50: Circuitalarm

    7.2 Circuitalarm 7.2.1 Omschrijvingen circuitalarm Stopzetting Omschrijving Type [Shut Reset Opmerking down] Hoge temperatuur persopening Fout Snel Handmatig Mechanische hogedrukschakelaar Storing Snel Handmatig Geactiveerd ongeacht status compressor Hoge condensordruk afsluiten [High Storing Snel Handmatig Cond Pr shut down] lage verdamperdruk afsluiten [Low Evap Storing Snel Handmatig...
  • Pagina 51: Uitschakelen Hoge Condensordruk

    [Trigger] Digitale invoer hogedrukschakelaar is geopend [Actie] Snelle afsluiting van het circuit [Reset] Dit alarm kan handmatig gewist worden via het toetsenblok als de ingang van de hogedrukschakelaar gesloten is. 7.2.2.3 Uitschakelen hoge condensordruk [Doel] Vermijden dat het HPS-storingsalarm van het circuit wordt geactiveerd. [Triggers, acties en resets] Het Circuit gaat in snelle stopzetting wanneer de condensordruk hoger wordt dan de limiet.
  • Pagina 52: Uitschakeling Hoge Drukverhouding

    [Reset] Dit alarm kan handmatig worden beëindigd via het toetsenblok of via de BAS-signaal als de trigger- omstandigheid niet meer bestaat. 7.2.2.6 Uitschakeling hoge drukverhouding [Doel] Beschermen schuivende onderdelen van de compressor. [Alarmtype] Fout [Triggers, acties en resets] Het Circuit gaat in snelle stopzetting wanneer de drukverhouding hoger wordt dan de limiet. Het Circuit gaat in ontladen of sequentie laden beletten voordat het de limiet overschrijdt.
  • Pagina 53: Geen Drukverandering Na Opstarten [No Pressure Change After Start]

    7.2.2.9 Geen drukverandering na opstarten [No pressure change after start] [Trigger] De verandering van zowel verdamperdruk als condensordruk is minder dan verwacht. [Actie] Snelle stopzetting circuit [Reset] Dit alarm kan op elk moment handmatig worden gewist via de BAS-besturingsopdracht. 7.2.2.10 Storing sensor condensordruk [Trigger] Buiten bereik gedurende 1 seconde [Actie]...
  • Pagina 54: Storing Sensor Aanzuigtemperatuur

    Als geactiveerd via trigger 2: Dit alarm kan handmatig gewist worden via het toetsenblok of via de BAS-besturingsopdracht als de sensor weer gedurende 5 seconden binnen bereik is. 7.2.2.13 Storing sensor aanzuigtemperatuur [Trigger] Buiten bereik gedurende 1 seconde [Actie] Snelle stopzetting circuit [Reset] Dit alarm kan handmatig gewist worden via het toetsenblok of via de BAS-besturingsopdracht als de sensor weer gedurende 5 seconden binnen bereik is.
  • Pagina 55: Compressor Alarm

    [Actie] Geen [Reset] Automatisch wissen als de condensordruk lager is dan de limiet. 7.3 Compressor alarm Tenzij anders vermeld zou het compressor alarmniet geactiveerd moeten worden als de status van de compressor UIT is. 7.3.1 Beschrijving compressor alarm Stopzetting Beschrijving Type Reset Opmerking...
  • Pagina 56: Uitschakeling Stroomstoot Inverter

    Snelle uitschakeling van compressor [Reset] Dit alarm kan handmatig worden beëindigd via het toetsenblok of via het BAS-signaal als de trigger- omstandigheden niet meer bestaan. 7.3.2.3 Uitschakeling stroomstoot inverter Zie Uitschakeling stroomstoot inverter /ontlasten / belasting belemmeren in circuit alarm. 7.3.2.4 Onbalans inverterstroom [Trigger]...
  • Pagina 57: Storing Sensor Temperatuur Compressorbehuizing

    [Reset] Dit alarm kan handmatig gewist worden via het toetsenblok of via de BAS-besturingsopdracht als de sensor weer gedurende 5 seconden binnen bereik is. 7.3.2.7 Storing sensor temperatuur compressorbehuizing [Trigger] Buiten bereik gedurende 1 seconde [Actie] Snelle stopzetting van compressor [Reset] Dit alarm kan handmatig gewist worden via het toetsenblok of via de BAS-besturingsopdracht als de sensor weer gedurende 5 seconden binnen bereik is.
  • Pagina 58: Capaciteitsregeling

    8.1.2.1 Capaciteitsregeling De opladen-timer van de ijsmodus is 1 minuut constant. Totdat de LWT-fout negatief wordt, zou het apparaat moeten lopen. LWT-fout Opstarten delta T Tijd Timer opladen 1 Capaciteit minuut constant apparaat Ga naar afzuigen als de LWT overeenstemt met de actieve instelwaarde.
  • Pagina 59: Lwt Reset

    8.2.3 LWT reset Wanneer geluidsbeperking geactiveerd is, wordt de Maximale Reset toegepast op het instelpunt voor wateruittredetemperatuur [LWT]. Echter, wanneer een Reset-type is geselecteerd, dan wordt dat Reset- type gebruikt i.p.v. de maximale Reset. 8.2.4 Ventilatorregeling doelstelling 8.2.4.1 In de koelcyclus De verzadigingsdoelstelling van de condensator voor elk circuit door de afwijking (offset) in de geluidsbeperkingdoelstelling van de condensator [Noise Reduction Condenser Target Offset].
  • Pagina 60: Capaciteitsregeling Met Stroombegrenzing

    De stroom van het apparaat wordt berekend op basis van de 4-20mA input, die een signaal ontvangt van een extern apparaat en de instelwaarde 'Stroom bij 20mA'. Berekende stroom (A) Stroom bij 20mA Analoge ingang (mA) 20mA 8.3.2.2 Capaciteitsregeling met stroombegrenzing De stroombegrenzing gebruikt een dode band op de feitelijke limietwaarde, zodat de toename van de capaciteit van de unit niet is toegestaan in deze dode band Als de stroom van het apparaat boven de dode zone komt, wordt de capaciteit verminderd totdat deze zich weer binnen de dode band bevindt.
  • Pagina 61: 4-20Ma Regeling Maximale Vraag

    Vermindering stroombegrenzing (%) 100% Analoge ingang (mA) 20mA De dode band van de capaciteitsregeling van de stroombegrenzing zal echter niet verminderd worden, zelfs wanneer de stroombegrenzing verminderd wordt. Deze is altijd 5% van de instelwaarde stroombegrenzing op HMI. 8.5 4-20mA Regeling maximale vraag 8.5.1 Instelling apparaat De regeling van de Maximale vraag wordt alleen ingeschakeld als de instelwaarde voor 'Maximale vraag' ingesteld is op AAN.
  • Pagina 62: Meerdere Grenswaarden Capaciteit

    De capaciteit van het apparaat wordt aangepast zoals benodigd om aan deze limiet te voldoen, m.u.v. de laatste compressor die in bedrijf is. Deze kan niet kan worden uitgeschakeld om te voldoen aan een limiet die lager is dan de minimumcapaciteit van de unit. 8.5.2.3 Meerdere grenswaarden capaciteit Er kunnen tegelijkertijd meerdere limieten van kracht zijn.
  • Pagina 63: Regeling Zachte Belading

    8.7 Regeling zachte belading 8.7.1 Instelling apparaat zachte belading [Soft Loading] is een te configureren functie die wordt gebruikt om de capaciteit van de unit gedurende een bepaalde tijd op te voeren. De instelpunten die deze functie regelen zijn: 1) Zachte belading – (AAN/UIT) 2) Begrenzing begincapaciteit –...
  • Pagina 64: Regeling Magneetventiel Vloeistofleiding

    8.9.2 Regeling magneetventiel vloeistofleiding Het magneetventiel van de vloeistofleiding moet gesloten zijn wanneer de status van het circuit uit is. Zo niet, moet het magneetventiel geopend zijn. 8.9.3 EXV-regeling met LLSV Als het apparaat geconfigureerd is voor gebruik met magneetventielen vloeistofleiding zal de gesloten stand EXV anders zijn dan de normale EXV-regeling.
  • Pagina 65: Instelling Apparaat

    Deze functie vereist dat: 1) Digitale uitgang aangegeven moet worden op DO2 in POL965 ad21 voor het regelen van het openen of sluiten van de waterklep. 2) Digitale ingang aangegeven moet worden op X05 in POL965 ad21 voor het herkennen of de waterklep volledig open is of niet.
  • Pagina 66: Instelling Apparaat

    8.12.1 Instelling apparaat De netwerkregeling van het koelapparaat kan alleen ingeschakeld worden wanneer de instelwaarde van de netwerkregeling van het koelapparaat ingesteld is op ingeschakeld, alle apparaten op dezelfde bedrijfsmodus ingesteld zijn en een apparaat gedefinieerd is als "Master". 8.12.2 Master / Slave communicatie 8.12.2.1 Communicatie-instelling Apparaten in het koelapparaatnetwerk moeten met de instelwaarden van het toetsenblok voor communicatie tussen eenheden gedefinieerd worden als "Master"...
  • Pagina 67: Werking Na Herstel Van Communicatie

    koelapparaatnetwerk stop te zetten. In geval van een communicatiestoring hoeft een apparaat nooit uitgeschakeld te worden. Geval Master Slave1 Slave2 Slave3 Status: In Status: In Status: In Status: In netwerk netwerk netwerk netwerk Als de communicatiestoring is opgetreden is tussen Slave2 en slave3 Master Slave1 Slave2...
  • Pagina 68: Capaciteitsregeling

    8.12.3 Capaciteitsregeling De capaciteit van het apparaat zal variëren op basis van de LWT-fout van elke LWT, zoals bij de normale capaciteitsregeling. Het sequentieel uitschakelen van de compressor en het circuit is echter niet toegestaan, tenzij meer dan twee eenheden werken. 8.12.3.1 LWT actieve instelwaarde LWT actieve instelwaarde van de mastereenheid moet genomen worden als LWT actieve instelwaarde voor het koelapparaatnetwerk.
  • Pagina 69: Sequentieel Uitschakelen Eenheid

    8.12.3.5 Sequentieel uitschakelen eenheid Het sequentieel uitschakelen van een eenheid wordt gebruikt als alternatieve logica voor het sequentieel uitschakelen van een circuit of een processor. Indien een eenheid valt onder de koelapparaat-netwerk regeling is het sequentieel uitschakelen van circuits en compressoren dus niet toegestaan. 8.12.3.6 Uitschakelen eenheid Het uitschakelen van een eenheid door middel van schakelaars en LWT-fout is gelijk als bij de normale regeling.
  • Pagina 70: Tabel Instelwaarden

    9 Tabel instelwaarden 9.1 Instelwaarden configuratie koelapparaat Alle instelwaarden kunnen via het toetsenblok met een bepaald paswoord geraadpleegd worden. Voor deze instelwaarden moet de controller gereset worden om de nieuwe instelling te activeren. Menuvolgorde [Hoofdmenu] / [Ingebruikname apparaat] / [Configuratie]. Naam Standaard Bereik...
  • Pagina 71 Auto, #1 primair, #2 primair Pomp variabel debiet Eenheid Nee, ja Recirculatietijd pomp Eenheid Sec. Koelen LWT 1 Eenheid °C 20,0 Koelen LWT 2 Eenheid °C 20,0 Koelen LWT 1 Eenheid °C -8,0 20,0 Met glycol Koelen LWT 2 Eenheid °C -8,0 20,0...
  • Pagina 72: Instelwaarden Circuit

    stroombegrenzing Stroom @20mA Eenheid Flex stroombegrenzing Eenheid Uitschakelen Inschakelen, uitschakelen Maximale vraag Eenheid Uitschakelen Inschakelen, uitschakelen Geluidbeperking Eenheid Uitschakelen Inschakelen, uitschakelen Starttijd Eenheid 21:00 18:00 23:59 geluidbeperking Einddtijd Eenheid 6:00 5:00 9:59 geluidbeperking Geluidbeperking Afw Eenheid °C Voor koelen doel cond Geluidbeperking Afw Eenheid °C...
  • Pagina 73: Instelwaarden Alarmlimieten

    Doel Max vent verzadiging temp Circuit °C Doel Min vent verzadiging temp Circuit °C Ventilator VFD max. snelheid Circuit Met ventilator VFD Ventilator VFD min. snelheid Circuit Met ventilator VFD Caftan omhoog DB insch0 Circuit °C 15,0 C_Vent omhoog DB insch1 Circuit °C 15,0...
  • Pagina 74: Instelwaarden Kalibratie Sensor

    Water bevriezen [Water freeze] Unit °C Water bevriezen met glycol Eenheid °C -18,0 Met glycol Waterstromingstest Unit Sec. Recirc timeout Eenheid Min. Blokkering lage OAT Eenheid °C 15,0 Blokkering lage OAT met VFD Eenheid °C -20,0 15,0 Met ventilator VFD Blokkering lage OAT bij Eenheid °C...
  • Pagina 75: Berekeningen

    10 Berekeningen 10.1 Verzadigingstemperatuur koudemiddel De verzadigingstemperatuur van het koudemiddel (Tc en Te) dient berekend te worden aan de hand van de druksensor-aanduidingen voor elk circuit. Een functie berekent geconverteerde temperatuurwaarde. 10.2 Aanzuiging superheat [Suction Superheat] SSH wordt voor elk circuit berekend m.b.v. de volgende vergelijking: SSH = Aanz.
  • Pagina 76: Capaciteit Apparaat En Circuit

    10.7 Capaciteit apparaat en circuit De capaciteit van het apparaat, capaciteit van het circuit en capaciteit van de compressor worden bepaald door de volgende vergelijking. Capaciteit apparaat [%] = Gemiddelde (Capaciteiten circuits [%]) Capaciteit circuit [%] = Gemiddelde (Capaciteit compressor[%]) Capaciteit compressor [%] = Feitelijke tpm / Maximaal tpm D-EOMHP00706-14NL - 76/78...
  • Pagina 77 D-EOMHP00706-14NL - 77/78...
  • Pagina 78 Deze handleiding vormt een technische ondersteuning en betekent geen bindend contract voor Daikin Applied Europe S.p.A. Daikin Applied Europe S.p.A. heeft dit document naar zijn beste weten opgesteld. Er wordt geen expliciete of impliciete garantie verstrekt met betrekking tot de volledigheid, de nauwkeurigheid, de betrouwbaarheid of de geschiktheid van de inhoud, de producten en de diensten die in dit document worden vermeld.

Inhoudsopgave