10.4.6
Watertemperaturen Verdamper Omgedraaid [Evaporator Water Temperatures Inverted]
Dit alarm wordt gegenereerd iedere keer dat de temperatuur van het ingaande water minimaal 1°C hoger is dan die van
het uitgaande water en ten minste één compressor loopt, en dit gedurende 90 seconden.
Symptoom
Status systeem is Off.
Alle circuits worden gestopt met een
normale uitschakelprocedure.
Het pictogram van de bel op het
display van de regeleenheid
beweegt. String in de alarmlijst:
UnitOffEvpWTempInvrtd String in
het logboek alarmen:
UnitOffEvpWTempInvrtd
String in snapshot alarm
UnitOffEvpWTempInvrtd
Reset
Lokale HMI
Netwerk
Auto
10.4.7
Storing temperatuursensor uitlaatwater verdamper
Dit alarm wordt telkens gegenereerd wanneer de ingangsweerstand zich buiten een aanvaardbaar bereik bevindt.
Symptoom
Status systeem is Off.
Alle circuits worden gestopt met een
normale uitschakelprocedure.
Het pictogram van de bel op het
display van de regeleenheid beweegt.
String in de alarmlijst:
UnitOffLvgEntWTempSen
String in het logboek alarmen:
UnitOffLvgEntWTempSen
String in snapshot alarm
UnitOffEvpLvgWTempSen
Reset
Lokale HMI
Netwerk
Auto
43/83
Oorzaak
De temperatuursensoren voor het
ingaande en uitgaande water zijn
omgekeerd.
De leidingen van het inlaat- en
uitlaatwater zijn omgewisseld.
De waterpomp werkt omgekeerd.
Oorzaak
De sensor is defect.
Sensor is
kortgesloten.
De sensor is niet goed aangesloten
(open).
Gebruiksaanwijzing
Oplossing
Controleer de bedrading van de
sensoren op de regeleenheid van het
systeem.
Controleer de afwijking van de twee
sensoren tijdens de werking van de
waterpomp.
Controleer of het water in de
tegengestelde richting stroomt ten
opzichte van het koelmiddel.
Controleer of het water in de
tegengestelde richting stroomt ten
opzichte van het koelmiddel.
Opmerkingen
Oplossing
Controleer de intacte staat van de
sensor in overeenstemming met de
tabel en het toegestane kOhm (k )
bereik.
Controleer de correcte werking van
de sensoren.
Controleer met een weerstandsmeter
of de sensor kortgesloten is.
Controleer dat er in de elektrische
contacten geen vocht of water
aanwezig is.
Controleer of de elektrische
aansluitingen goed vast zitten.
Controleer of de bedrading van de
sensoren correct is, ook volgens het
schakelschema.
Opmerkingen
D–EOMWC00A07-16_02NL