De benodigde capaciteit wordt bereikt door de regeling van een schuifregelaar. De modulerende schuifregelaar kan 25%
tot 100% van de totale compressorcapaciteit reguleren, traploos regelbaar.
De modulerende regelaar wordt in beweging gezet door het pulseren van de elektromagneten voor lossen en laden om
de benodigde capaciteit te bereiken.
Omzeilen capaciteit [Capacity Overrides] – Operationele limieten [Limits of Operation]
De volgende omstandigheden omzeilen de automatische capaciteitsregeling wanneer de koudwatermachine in de KOEL -
modus is. Dit tijdelijk omzeilen zorgt ervoor dat het circuit niet kan werken in omstandigheden waarvoor het niet is
ontworpen.
Lage verdampingsdruk [Low Evaporator Pressure]
Als er zich een gebeurtenis voordoet waardoor Vasthouden Lage Verdampingsdruk [Hold Low Evaporator Pressure] in
werking wordt gezet, wordt de compressor er van weerhouden om de capaciteit te verhogen.
Als de Lage Verdampingsdruk Ontlasten [Low Evaporator Pressure Unload] wordt getriggerd, begint de compressor met
het verminderen van de capaciteit.
De compressor kan dan de capaciteit niet verhogen totdat de gebeurtenis Vasthouden Lage Verdampingsdruk [Low
Evaporator Pressure Hold] beëindigd is.
Zie de sectie over Circuit-gebeurtenissen voor meer informatie over activering, resetten en lossen.
Hoge Druk Condensator [High Condenser Pressure]
Als er een gebeurtenis Handhaven Hoge Druk Condensator wordt geactiveerd, kan de compressor de capaciteit niet
verhogen.
Als er zich een gebeurtenis voordoet waardoor Ontlasten Hoge Druk Condensator [High Condenser Pressure Unload]
wordt geactiveerd, begint de compressor met het verminderen van de capaciteit.
De compressor kan de capaciteit niet verhogen totdat de gebeurtenis Handhaven Hoge Druk Condensator [High
Condenser Pressure Hold] voorbij is.
Zie de sectie over Circuit-gebeurtenissen voor meer informatie over activering, resetten en lossen.
8.5
Druk condensatieregeling
Als het instelpunt van de Condensatieregeling is ingesteld op Press, dan wordt de regeling van de stappen #1..4 van de
ventilator geactiveerd voor elk geactiveerd circuit.
In overeenstemming met het instelpunt Stappen ventilator en de verschilwaarden van de tabel Instelpunten Circuit, vat de
volgende grafiek de omstandigheden voor de activering en deactivering voor de stappen van de ventilator samen.
Uitgang stappen
ventilator
De besturingsstatussen van de Stap ventilator# (# = 1..4) zijn:
•
OFF
•
On
De besturingsstatus van Stap ventilator # is OFF wanneer wordt voldaan aan een van de volgende voorwaarden:
•
Status unit is OFF.
•
Status Stap ventilator# is OFF en de Verzadigde temperatuur condensator die overeenkomt met de huidige
Druk Condensator is lager dan het instelpunt Stap ventilator #.
•
De status Stap ventilator # is ON en de Verzadigde temperatuur condensator die overeenkomt met de huidige
Druk Condensator is later dan het instelpunt Stap ventilator# - Stap ventilator# Versch.
D–EOMWC00A07-16_02NL
Stap
ventilator
Stap
ventilator
#3
Stap
ventilator
#2
Stap
ventilator
#1
Gebruiksaanwijzing
#4
T° Cond
(In/Uit)
34/83