Inhoudsopgave
Advertenties
PAGINA 66
•
Hef het platform voorbij de transporthoogte, maar lager dan de maximale stand voor
verplaatsing en rij over een niet-vlak terrein; controleer of de machine de verplaatsing
automatisch deactiveert wanneer de kanteling van het frame ten opzichte van de horizontale
lijn meer is dan 1°. Laat het bedieningselement voor rijden los; bij het volgende
bedieningssignaal voor verplaatsing of heffen moet het systeem het chassis automatisch
horizontaal plaatsen. Aan het einde van de nivellering voert de machine de geselecteerde
beweging uit; (Opmerking: Als de wijziging van helling plotseling plaatsvindt, is het
waarschijnlijk dat de machine tot stilstand komt met een kanteling van het frame die hoger is
dan 1°. Tot aan een kanteling van 4° is de automatische nivellering mogelijk, voorbij de 4°
moet het platform worden teruggebracht naar de transportconfiguratie);
•
Hef het platform naar een hoogte voorbij de transporthoogte en controleer dat de functies
voor de handmatige nivellering verhinderd zijn;
•
Activeer de noodstopknop op de afstandsbediening (of radio-afstandsbediening) en controleer
of de motor (verbrandings- of elektromotor) wordt uitgeschakeld en dat er geen enkele functie
mogelijk is. Laat de paddenstoelvormige knop aan het einde van deze test los;
•
Activeer de noodstopknop van de bewegingen op de grond en controleer of de motor
(verbrandings- of elektrische motor) wordt uitgeschakeld en dat er geen functies mogelijk zijn.
Laat de paddenstoelvormige knop aan het einde van deze test los;
•
Activeer de noodstopknop in de korf (alleen aanwezig voor de radio-versie) en controleer of
de motor (verbrandings- of elektrische motor) wordt uitgeschakeld en dat er geen functies
mogelijk zijn. Laat de paddenstoelvormige knop aan het einde van deze test los;
•
Activeer het geluidssignaal en controleer de werking ervan;
•
Controleer de werking van de zoemer wanneer de functie voor rijden geactiveerd wordt;
•
Controleer op de rijdende machine en met het platform in de transportstand of de machine
bij het loslaten van de joystick onmiddellijk stopt;
•
Controleer de correcte werking van de handbediende voorziening voor nooddaling
(handpomp);
•
Klim op het platform en controleer op het display of het controlesysteem van de belasting het
gewicht correct meet (tolerantie +-5Kg);
•
Wanneer een niet-perfecte afdichting van één van de kleppen van de cilinders wordt
waargenomen (bijvoorbeeld u vindt de machine met de gedaalde telescopische arm ten
opzichte van de stand waarop hij werd vrijgegeven, of de korf is gekanteld), moet de machine
niet gebruikt worden en moet contact worden opgenomen met een erkend servicecentrum.
2.12 Voorzorgsmaatregelen bij het beëindigen of onderbreken van de werkzaamheden
Het is verboden om de machine achter te laten in andere dan de rustconfiguratie en zonder
gecontroleerd te hebben of de motor is uitgeschakeld en de sleutels uit het contactslot zijn
verwijderd, om gebruik door onbevoegde personen te voorkomen.
2.13 Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
Voor een volledig veilig gebruik van de machine moet gebruik gemaakt worden van persoonlijke
beschermingsmiddelen die gedragen moeten worden voordat men in de korf stapt en die gebruikt
moeten worden zoals aangegeven.
Veiligheidsharnas;
-
Helm;
-
Veiligheidsschoenen;
-
Beschermende handschoenen.
-
ALMAC s.r.l.
Advertenties
Inhoudsopgave
