PAGINA 203
6.4.14.2 Aanspanning van de kabels
Periodiek moet de spanning van de kettingen gecontroleerd worden.
Als bij visuele controle blijkt dat de kettingen zijn ontspannen, ga dan als volgt te werk:
1. Voer 3-4 keer de verlenging en intrekken van de uitschuifelementen uit;
2. Handel, bij machine in de ruststand met ingetrokken uitschuifelementen, op de
spanmoeren van de kettingen (1) om ze aan te spannen.
6.4.15 Controle werking overdrukkleppen
Met de in de algemene tabel aangegeven frequenties moet de controle van de overdrukkleppen
van de verdelers worden uitgevoerd.
Het overdrukventiel (1) is gekalibreerd op 180 bar.
Het overdrukventiel (2) is gekalibreerd op 120 bar
Overdrukkleppen van de verdeler op de kolom
ALMAC s.r.l.