PAGINA 63
ALMAC s.r.l.
2.9.3
Rijden met de machine voorbij de transportconfiguratie (verplaatsing op hoogte)
De machine kan ook rijden met een beperkte snelheid (0,4 km/uur) wanneer de bovenbouw voorbij
de transportconfiguratie is geheven.
Raadpleeg de paragrafen: 1.10.2 – 1.10.3 en 1.10.4 voor de beschrijving van de werkschema's door
middel waarvan het rijden bij de verschillende configuraties van de machine mogelijk is.
De rijmodus op hoogte wordt op het knoppenbord aangegeven met het waarschuwingslampje 9.
Vast brandend lampje: Machine in transportconfiguratie, rijden toegestaan;
Knipperend lampje: Machine voorbij de transportconfiguratie, verplaatsing op hoogte toegestaan;
Lampje uit: Rijden niet toegestaan.
Tijdens de verplaatsing op hoogte wordt de kanteling van het vlak van de draaikoppeling altijd
gecontroleerd en zal de beweging gestopt worden als deze kanteling de waarde van 1°
overschrijdt.
Het vlak van de draaikoppeling kan automatisch genivelleerd worden wanneer de keuzeschakelaar
5 van het knoppenbord geplaatst is op "Dynamic and proactive leveling ON", eenvoudig door de
verplaatsing een ogenblik uit te schakelen en vervolgens weer te selecteren.
Door middel van deze elektronische regeling kan veilig gereden worden op terreinen waarvan de
helling geleidelijk aan verandert.
Opgelet: Het systeem kan echter de kanteling van de machine niet voorkomen wanneer de helling
plotseling veranderd of in geval van stoepranden en dergelijke.