Scherpstellen op onderwerpen
Gezichtsherkenning
Wanneer de camera in de hierna vermelde
opnamestanden naar een menselijk gezicht
wordt gericht, detecteert de camera automatisch
het gezicht en stelt hierop scherp.
Wanneer de camera meer dan een gezicht
detecteert, wordt de dubbele rand
(scherpstelveld) weergegeven rond het gezicht
waarop is scherpgesteld, en een enkele rand rond de andere gezichten.
Tik op een gezicht dat omgeven is door een enkele rand om het scherpstelveld naar
dat gezicht te verplaatsen (behalve wanneer de glimlachtimer is ingesteld op Aan in
de stand Slim portret).
Opnamestand
Stand G (eenvoudige automatische)
(A30)
Stand A (auto) (A31)
Onderwerpstanden Portret en
Nachtportret (A32)
Stand Slim portret (A41)
In de stand G (eenvoudige automatisch) wijzigt de camera de scherpstelvelden
afhankelijk van het onderwerp dat de camera automatisch selecteert (A57).
Wanneer in de stand A (auto) geen gezichten worden gedetecteerd wanneer de
ontspanknop half wordt ingedrukt, selecteert de camera automatisch een (of meer)
van de negen scherpstelvelden met het onderwerp dat zich het dichtst bij de
camera bevindt.
Wanneer in de onderwerpstanden Portret en Nachtportret of in de stand Slim
portret geen gezichten worden gedetecteerd wanneer de ontspanknop half wordt
ingedrukt, stelt de camera scherp op het onderwerp in het midden van het beeld.
In de stand Onderwerp volgen (A53) wordt begonnen met het volgen van het
onderwerp wanneer een gedetecteerd gezicht dat omgeven is door een rand, wordt
aangetikt.
58
Aantal gezichten dat
kan worden
gedetecteerd
Tot 12
Tot 3
[ 930]
[ 930]
[ 930]
Scherpstelveld
(dubbele rand)
Het gezicht het dichtst bij de
camera
Het gezicht het dichtst bij
het midden van het beeld