Opnamefuncties
Stand G (eenvoudige automatische)
Wanneer u een foto kadreert, selecteert de camera automatisch de optimale
onderwerpstand uit de onderstaande lijst, zodat u heel eenvoudig beelden kunt maken
in een opnamestand die aangepast is aan het onderwerp.
- e: Portret
- f: Landschap
- h: Nachtportret
- g: Nachtlandschap
Wanneer de digitale zoom geactiveerd is, is G geselecteerd als het onderwerp.
Afhankelijk van het geselecteerde onderwerp wijzigen de actieve scherpstelvelden.
Wanneer een menselijk gezicht wordt herkend, stelt de camera hierop scherp. Zie
"Gezichtsherkenning" (A58) voor meer informatie. Wanneer de camera gezichten
detecteert, kan de sluiter worden ontspannen door op een gedetecteerd gezicht te
tikken dat wordt omgeven door een rand.
Het actieve scherpstelveld kan worden gewijzigd wanneer Aanraakopname wordt
gebruikt. In de standaardinstelling kan de sluiter worden losgelaten door gewoon op
een onderwerp in de monitor te tikken (Aanraaksluiter) (A53) in plaats van op de
ontspanknop te drukken.
De instellingen voor de stand G (eenvoudige automatische) wijzigen
U kunt de instellingen voor de flitsstand, zelfontspanner en belichtingscorrectie
wijzigen. Zie "Basisopname-instellingen" (A43) voor meer informatie.
Druk op de knop d (A2) om de beschikbare menu-opties in de stand
G (eenvoudige autostand) weer te geven. Zie "Opties Opnamemenu" (A53) voor
meer informatie.
30
[ 930]
[ 930]
[ 930]
- i: Close-up
- j: Tegenlicht
- G: Andere onderwerpen voor
Opnamestand
Eenvoudige
Autostand
Onderwerp
autostand
Speciale effecten
Slim portret
Film
opname