Foutmeldingen
In de volgende tabel vindt u een overzicht van de foutmeldingen en andere
waarschuwingen die op de monitor kunnen worden weergegeven, en wordt uitgelegd
wat u kunt doen.
Melding
O (knippert)
Batterij is leeg.
Batterijtemperatuur
hoog.
De camera schakelt
uit om oververhitting
te voorkomen.
Cameratemperatuur
hoog.
Wi-Fi uitgeschakeld.
Cameratemperatuur
hoog.
Draadloos
uitgeschakeld.
Q (● knippert
rood)
Wacht tot camera
klaar is met
opnemen.
Oorzaak/Oplossing
Klok niet ingesteld.
Stel de datum en de tijd in.
Batterij is leeg.
Laad de batterij op of vervang deze.
Batterijtemperatuur is hoog.
Zet de camera uit en laat de batterij afkoelen voordat de
camera weer in gebruik wordt genomen. Wanneer dit
bericht verschijnt, begint het camera-aan-lampje snel te
knipperen en de monitor schakelt na 5 seconden uit.
De binnenzijde van de camera of de geheugenkaart is heet
geworden.
Zet de camera uit en laat de batterij afkoelen voordat de
camera weer in gebruik wordt genomen.
De binnenzijde van de camera is zeer heet geworden en de
Wi-Fi (draadloos LAN)-functie is gestopt.
Druk op OK en laat de binnenzijde van de camera afkoelen
voordat de camera weer wordt gebruikt.
De binnenzijde van de camera is zeer heet geworden en de
verbinding tussen de camera en het smart-apparaat werd
beëindigd.
Druk op OK en laat de binnenzijde van de camera afkoelen
voordat de camera weer wordt gebruikt.
Camera kan niet scherpstellen.
Stel opnieuw scherp.
Stel scherp op een ander onderwerp op dezelfde afstand
van de camera als het gewenste onderwerp.
Camera kan geen andere bewerkingen uitvoeren voordat de
opname is voltooid.
Wacht tot de melding automatisch verdwijnt nadat de
opname is voltooid. Open het deksel van het batterijvakje/de
geheugenkaartsleuf niet tijdens een opname.
A
84
12, 14
19
19
–
–
24, 25
60
–
E77