Eenvoudig panorama gebruiken (opname en
weergave)
Opnemen met eenvoudig panorama
Ga naar de opnamestand M Pictogram A (opnamestand)* M C Onderwerp M
p Eenvoudig panorama
* De weergegeven pictogrammen zijn afhankelijk van de opnamestand.
U kunt kiezen uit W Normaal (180°) (standaardinstelling) en X Breed (360°). Zie
"Het opnamebereik wijzigen" (E3) voor meer informatie.
1
Kadreer de eerste rand van het
panoramaonderwerp en druk
vervolgens de ontspanknop half in om
scherp te stellen.
De zoomstand is vastgesteld op de maximale
groothoekstand.
Er verschijnt een raster op de monitor.
De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld.
De belichtingscorrectie (A49) kan worden ingesteld.
Als de scherpstelling en de belichting niet kunnen worden ingesteld op het
hoofdonderwerp, probeert u scherp te stellen op een ander onderwerp op dezelfde afstand
van de camera als het gewenste onderwerp (A60).
2
Druk de ontspanknop helemaal in en
haal uw vinger dan van de
ontspanknop.
I wordt weergegeven om de richting aan te
geven waarin de camera moet bewegen.
3
Verplaats de camera langzaam en recht
in een van de vier richtingen en begin
met de opname.
Wanneer de camera detecteert in welke richting
hij wordt geplaatst, begint de opname.
Er verschijnt een gids om de huidige
opnamepositie aan te duiden.
Wanneer de gids voor de opnamepositie de
rand bereikt, eindigt de opname.
E2
1 / 250 F3.2
1 / 250 F3.2
1 / 250 F3.2
Gids