C
Een statief gebruiken
Het is aan te bevelen een statief te gebruiken om de camera te stabiliseren in de volgende situaties:
- Wanneer u opnamen maakt met weinig licht of wanneer de flitsstand (A45) is ingesteld op W (Uit).
- Wanneer u de tele-instelling gebruikt.
Stel Vibratiereductie in het setup-menu (A74) in op Uit als u een statief gebruikt om de camera bij
opname te stabiliseren.
De zoom gebruiken
Gebruik de zoomknop om de optische zoom te activeren.
Om dichter op het onderwerp in te zoomen, draait u
de zoomknop naar g (tele).
Om uit te zoomen en een groter gebied weer te geven,
draait u de zoomknop naar f (groothoek).
Wanneer u de camera inschakelt, gaat de zoom naar de
maximale groothoekstand.
Een zoomaanduiding verschijnt aan de bovenzijde op
de monitor zodra de zoomknop wordt gedraaid.
De digitale zoom, waarmee u het onderwerp kunt
vergroten tot ongeveer 4× de maximale vergroting van
de optische zoom, kan worden geactiveerd door de
zoomknop naar g te draaien en vast te houden wanneer de camera is ingezoomd op
de maximale optische zoomstand.
C
Digitale zoom en interpolatie
Terwijl u de digitale zoom gebruikt, vermindert de beeldkwaliteit
ten gevolge van interpolatie wanneer de zoom voorbij de stand
V wordt verhoogd. Omdat de positie van V naar rechts
verschuift naarmate de grootte van een beeld afneemt, kunt u,
door een kleiner beeldformaat voor de instelling Beeldmodus te
selecteren (A53), verder inzoomen zonder de beeldkwaliteit
ten gevolge van interpolatie te verminderen.
Stap 3 Kadreer het beeld
Uitzoomen
Inzoomen
Optische
Digitale
zoom
zoom
Klein beeldformaat
23