Beelden bewerken (foto's)
C
Beeldformaat
De beeldverhouding van de uitgesneden kopieën is 16:9. Omdat het gebied dat u wenst op te slaan,
kleiner is, is ook het beeldformaat (pixels) van de uitgesneden kopie kleiner.
Als een beeld kleiner dan 640 × 360 wordt uitgesneden, kan het niet worden opgeslagen als een
uitgesneden kopie.
C
De oriëntatie "Staand" van een beeld behouden wanneer een uitsnede wordt
gemaakt
Gebruik de optie Beeld draaien (E49) om het beeld zo te draaien, dat het wordt weergegeven in de
oriëntatie Landschap. Nadat het beeld werd uitgesneden, draait u het uitgesneden beeld terug naar de
oriëntatie "Staand". Het beeld dat in de oriëntatie "Staand" wordt weergegeven, kan worden uitgesneden
door op het beeld in te zoomen tot de zwarte balken aan beide zijden van de monitor verdwijnen. Het
uitgesneden beeld wordt weergegeven in landschap.
C
Meer informatie
Zie "Bestands- en mapnamen" (E75) voor meer informatie.
E14