Stap 4 Stel scherp en neem op
1
Druk de ontspanknop half in (m.a.w. druk
lichtjes op de knop tot u een weerstand
voelt).
Wanneer u de ontspanknop half indrukt, stelt de
camera de scherpstelling en de belichting in
(sluitertijd en diafragmawaarde). De scherpstel- en
belichtingsinstellingen blijven geblokkeerd zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
Zodra de camera heeft scherpgesteld, licht het
scherpstelveld groen op. Zie "Scherpstelveld"
(A57) voor meer informatie.
Als u de digitale zoom gebruikt, verschijnt er
géén scherpstelveld en stelt de camera scherp
op het midden van het beeld. Zodra de camera
heeft scherpgesteld, licht de
scherpstelaanduiding (A6) groen op.
Als het scherpstelveld of de
scherpstelaanduiding rood knippert wanneer de
ontspanknop half wordt ingedrukt, kan de camera niet scherpstellen. Wijzig de compositie
en druk de ontspanknop opnieuw half in.
2
Druk de ontspanknop helemaal in.
De sluiter wordt losgelaten en het beeld wordt
opgenomen op de geheugenkaart of het interne
geheugen.
Wanneer u de ontspanknop met te veel kracht indrukt, kan
de camera trillen, waardoor de beelden onscherp kunnen zijn. Druk voorzichtig op de knop.
24
1 / 250 F3.2
1 / 250 F3.2
1 / 250 F3.2
Scherpstelveld