Contactschakelaar en stuurslot
Trek de sleutel eruit. Het stuurslot wordt geactiveerd om te
voorkomen dat het stuurwiel draait.
Om de sleutel uit de contactschakelaar te trekken, draait
u de sleutel naar de ACC-stand. Druk dan de sleutel in de
contactschakelaar en draai hem verder naar de stand LOCK.
U kunt de sleutel er nu uittrekken.
Opmerking: als u de sleutel niet uit de contactschakelaar
trekt, klinkt er een waarschuwingsgeluid wanneer het
bestuurdersportier wordt geopend.
Raadpleeg "Contactschakelaar" in het hoofdstuk "Starten
en rijden" voor meer informatie over de standen van de
contactschakelaar.
Voordat u gaat rijden
Schakelhendel bediening combinatielamp en
lampje van de richtingaanwijzer
Lichtbedieningsschakelaar
Draai de lichtbedieningsschakelaar naar de posities getoond op
de afbeelding om de bijbehorende verlichting in te schakelen.
Positie 1 – OFF (UIT): koplampen uit. De dagrijlichten gaan
automatisch aan nadat het voertuig is gestart.
Positie 2 – AUTO: de koplampen worden automatisch afgesteld.
Wanneer de koplampschakelaar in de stand AUTO wordt
gezet, gaan de koplampen branden/doven afhankelijk van de
omgevingsverlichting. De dagrijlichten gaan na het starten van
het voertuig
branden.
3 4 5 6
1
2
automatisch branden als er geen andere lichten
1
25