Inhoudsopgave
Advertenties
Waarschuwingslampje isolatiestoring
Wanneer de contactschakelaar naar de stand ON
(AAN) is gedraaid, gaat het "waarschuwingslampje isolatiestoring
(rood)" aan. Na enkele seconden gaat het weer uit. Als het
waarschuwingslampje niet dooft of tijdens het rijden weer gaat
branden, wijst dit erop dat er een isolatiestoring is.
Controlelampje beperkt vermogen
Bij normale rijomstandigheden blijft het "controlelampje
beperkt
vermogen
(geel)"
"controlelampje beperkt vermogen (geel)" van het voertuig
brandt, zal het vermogen van het voertuig beperkt zijn en zullen
de acceleratieprestaties sterk afnemen. Neem in dat geval zo
snel mogelijk contact op met onze onderhoudsdealer.
Controlelampje aanhanger
Opmerking: dit is van toepassing op voertuigen die uitgerust
zijn met het aanhangercontrolelampje.
Wanneer de contactschakelaar naar de stand ON
(AAN) is gedraaid, de aanhanger correct aangesloten is en een
richtingaanwijzer wordt geactiveerd, knippert het "controlelampje
aanhanger (groen)" op het combi-instrument. Wanneer de
aansluiting met de aanhanger wordt verbroken, dooft het
"controlelampje aanhanger (groen)" op het combi-instrument.
Voordat u gaat rijden
uitgeschakeld.
Wanneer
het
Schakelaar instrumentenpaneel
Koplampstelschakelaar
De koplampstelschakelaar bevindt zich op het instrumentenpaneel
aan de bestuurderszijde, aan de buitenzijde van het stuurwiel.
Met deze functie kan de koplamphoogte worden afgestemd
op de rij- en wegomstandigheden. Een juiste afstelling van de
koplampen zorgt ervoor dat tegenliggers niet verblind worden.
Om de koplampen af te stellen, moeten de dimlichten ingeschakeld
zijn.
1
3
2
1
21
Advertenties
Inhoudsopgave
