Ingebruikname
Inbedrijfstelling – stuurkop met stuurventielen
1.
2.
3.
4.
5.
®
Stuurkop controleren
Voer de volgende stappen uit:
1.
®
7.3
Inbedrijfstelling – stuurkop met stuurventielen
Stuurkop activeren
Indien de stuurkop correct op het ventiel is gemonteerd, en de elektrische
aansluiting volgens de voorschriften is uitgevoerd, kan de inbedrijfstelling
plaatsvinden. Omdat de T.VIS A-15 zijn stuurklepuitrusting herkent en er dus van
uitgaat dat aan de voorwaarden van de procesklep wordt voldaan, moet bij een
daarvan afwijkend gebruik de zogenaamde speciale default vóór de SETUP
worden gekozen.
82
Functie van de externe stuurventiel controleren.
Voedingsspanning inschakelen.
Programmeermodus activeren met behulp van knopbediening, zie
Gedeelte 8.3, pagina 103.
Op zijn vroegst 5 seconden na het starten van de programmeerfunctie de
externe stuurventiel zo lang activeren, tot het procesventiel zijn aangestuurde
eindpositie veilig heeft bereikt.
Stuurventiel deactiveren. Gedurende deze tijd brandt de lichtkoepel rood.
®
Na voltooide eindpositieprogrammering verschijnt een cyclische
kleurenwisseling bij de lichtkoepel. Hier kunt u de schakelpunttoleranties
en dempingen afwijkend van de fabrieksinstelling kiezen, zie
Gedeelte 8.3, pagina 103.
®
Indien binnen 30 seconden geen keuze wordt gemaakt, wordt automatisch
de laatst gekozen instelling overgenomen. Het procesventiel gaat in de
rustpositie, die afhankelijk van de kleurkeuze met permanent licht wordt
gevisualiseerd.
De stuurkop is geactiveerd.
Verklaring !
Bij kleuromschakeling worden ook de terugkoppelingssignalen
vervangen!
Extern stuurventiel activeren en deactiveren, om het correcte functioneren
van de terugmeldingen bij T.VIS te controleren.
De inbedrijfstelling is voltooid.
Aandacht
Het stuurventiel Y3 voor de hoofdslag van een extern
processtuurventielen is aangesloten.
De hoofdslag van het externe procesventiel wordt bij de SETUP kortstondig
aangestuurd.
► SETUP alleen bij geleegde buisleiding uitvoeren.
430BAL010699NL_9
01.02.2024