Bijlage
Het systeemsetupprogramma gebruiken
OPMERKING:
systeemsetupprogramma automatisch te configureren. Hierdoor worden de opties
die u via het systeemsetupprogramma hebt ingesteld, overschreven. Een
uitzondering is de optie External Hot Key (Externe sneltoets), die u alleen kunt
activeren of deactiveren via het systeemsetupprogramma. Voor meer informatie
over het configureren van functies van het besturingssysteem opent u Help en
ondersteuning. Voor informatie over het openen van Help en ondersteuning in
Windows XP, klikt u op Start→ Help en ondersteuning. Klik in Windows Vista op de
knop Start
U kunt het systeemsetupprogramma als volgt gebruiken:
•
Om gebruikersgedefinieerde functies zoals het computerwachtwoord in te
stellen of te wijzigen
•
Om informatie over de huidige configuratie van de computer, zoals de
hoeveelheid systeemgeheugen te raadplegen
Nadat u de computer hebt geïnstalleerd, voert u het systeemsetupprogramma
uit om uzelf vertrouwd te maken met de systeemconfiguratiegegevens en
optionele instellingen. Het kan nuttig zijn de gegevens op te schrijven voor
toekomstig gebruik.
De vensters van het systeemsetupprogramma bieden informatie over de
huidige setupgegevens en computerinstellingen, zoals:
•
Systeemconfiguratie
•
De opstartvolgorde
•
De opstartconfiguratie
•
Instellingen op het gebied van apparaatconfiguratie
•
Instellingen op het gebied van beveiliging en wachtwoorden voor de vaste
schijf
OPMERKING:
wijzigen als u een zeer ervaren computergebruiker bent of wanneer een
medewerker van de technische ondersteuning van Dell u daarom vraagt. Bepaalde
wijzigingen kunnen ertoe leiden dat uw computer niet meer op juiste wijze werkt.
Uw besturingssysteem is in staat om de meeste opties in het
→ Help en ondersteuning.
U mag de instellingen van het systeemsetupprogramma alleen
223
Bijlage