1 Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is om te voorkomen dat
de computerkap bekrast raakt.
2 Zet de computer uit (zie "De computer uitzetten" op pagina 173).
KENNISGEVING:
computer loskoppelen en deze vervolgens van het netwerkcontact loskoppelen.
3 Koppel telefoon- en netwerkkabels los van de computer.
4 Verwijder de stekkers van de computer en alle randapparatuur uit het
stopcontact.
KENNISGEVING:
batterijcompartiment te verwijderen alvorens u onderhoudswerkzaamheden op de
computer uitvoert.
KENNISGEVING:
gebruiken die voor dit specifieke type Dell-computer is ontworpen. Maak geen
gebruik van een batterij die voor een ander type Dell-computer is bestemd.
5 Draai de computer ondersteboven.
6 Schuif de batterijvergrendelingen opzij totdat ze vastklikken.
7 Schuif de batterij uit het batterijcompartiment.
1
8 Zet de computer ondersteboven, open het beeldscherm en druk op de
aan/uit-knop om het moederbord te aarden.
9 Verwijder alle kaarten die in de sleuf van de ExpressCard (zie "Een
ExpressCard of dummy-kaart verwijderen" op pagina 99) en de 8-in-1
geheugenkaartlezer zijn aangebracht (zie "Een (dummy-) geheugenkaart
verwijderen" op pagina 103).
Om een netwerkkabel te ontkoppelen moet u de kabel van de
Voorkom schade aan het moederbord door de batterij uit het
Voorkom schade aan de computer door alleen de batterij te
batterij
2
Onderdelen toevoegen en vervangen
1
batterijontgrendeling (2)
2
175