OPMERKINGEN
• Bij gebruik van automatische scherpstelling kunt u aan de handbediende ring draaien om
handmatig scherp te stellen. Als u stopt met aan de ring te draaien, dan keert de camcorder terug
naar de automatische scherpstelling. Dit komt bijvoorbeeld van pas als u scherp wilt stellen op een
onderwerp aan de andere kant van een raam.
• Als u opnamen maakt in een heldere omgeving, dan wordt door de camcorder het diafragma
gesloten. Dit kan tot wazigheid in het beeld leiden, wat sterker wordt aan het groothoekuiteinde van
het zoombereik. Stel in dat geval de optie 7
• Als u 7
[Conversielens] anders instelt dan op [B Uit], dan zijn de opties [
en [
Normale AF] niet beschikbaar.
• Automatische scherpstelling duurt langer als de beeldsnelheid is ingesteld op [D PF25] dan als
de beeldsnelheid is ingesteld op [w 50i (standaard)].
• Als u opnamen maakt onder donkere omstandigheden, versmalt het scherpstelbereik en kan het
beeld wazig worden.
• Autofocus werkt mogelijk niet goed met de volgende onderwerpen of in de volgende situaties.
Stel in dat geval handmatig scherp.
- Reflecterende oppervlakken
- Onderwerpen met weinig contrast of zonder verticale lijnen
- Snel bewegende onderwerpen
- Opnamen via vuile of natte ramen
- Nachttaferelen
Gezichtsdetectie
De camcorder detecteert automatisch de gezichten van mensen en gebruikt deze informatie om de
optimale scherpstellings- en belichtingsinstellingen te selecteren.
Bedieningsstanden:
* Gezichtsdetectie is in de stand
WAAR U OP MOET LETTEN
• Selecteer een ander opnameprogramma dan [q Nachtscène], [p Weinig licht], [M Vuurwerk] of
[y Handm. belichting].
Standaard is gezichtsdetectie geactiveerd. Als u de functie eerder had uitgeschakeld, voer dan de
volgende procedure uit om deze functie weer in te schakelen.
1 Open het scherm [Gezichtsdet. en volgen].
[FUNC.]
[MENU]
2 Raak [A Aan o] aan en raak vervolgens [a] aan.
*
altijd geactiveerd.
7
[Gezichtsdet. en volgen]
[ND-filter] in op [O Auto].
Scherpstelling
47
Instant AF]