Voornaamste functies
0.
Papierformaat instellen
Het papierformaat wordt automatisch gedetecteerd wanneer u papier in de lade plaatst.
Papiersoort instellen
1
Tik op [Gebr.functies -Gebruiker-] op het start scherm.
Tik op het tabblad [Gebruiker] > [Lade] > [Papiersoort].
2
Selecteer de papiersoort en tik vervolgens op [OK].
3
4
Tik op [OK].
Uitvoerlade selecteren
Tik op [Uitvoer bak] om van uitvoerlade te wisselen als de finisher of de binnenste lade is geïnstalleerd.
Kopiëren met handinvoer
Plaats de originelen.
1
Plaats het papier in de handinvoerlade.
2
3
Stel hetzelfde formaat in als het papier dat in de handinvoerlade is geplaatst.
Tik op [Papiersoort] als de papiersoort geen normaal papier is.
4
Stel de vereiste kopieerinstellingen in en tik op [OK].
5
6
Druk op de [START]-toets.
Vergroot en verkleind kopiëren
Stel het papier in.
1
Tik op [Zoom].
2
Selecteer het gewenste papierformaat en de reproductiefactor en tik vervolgens op [OK].
3
Plaats de originelen.
4
Stel de vereiste kopieerinstellingen in en druk op de [START]-toets.
5
Kopiëren met vergroten en verkleinen door het opgeven van het papierformaat voor
originelen en kopieerpapier
Stel het papier in.
1
Plaats de originelen.
2
Tik op [Zoom].
3
Selecteer het formaat voor originelen en kopieerpapier en tik vervolgens op [OK].
4
Als de originelen foto's zijn, tik dan op [Fotozoom], en selecteer vervolgens het papierformaat voor originelen en
kopieërpapier.
Stel de vereiste kopieerinstellingen in en druk op de [START]-toets.
5
Kopiëren met vergroten en verkleinen door het handmatig opgeven van de
reproductiefactor
Stel het papier in.
1
Voornaamste functies 13