10.2. Handmatige vetsmering
Het smeerinterval voor de punten die handmatig gesmeerd moeten worden is 2 maandelijks.
Indien er niet voor de optie automatische vetsmering gekozen is, moeten de smeerpunten
omschreven in hoofdstuk 10.1.3. ook meegenomen worden.
Bij handmatige vetsmering dient, tenzij anders vermeldt, gebruik te worden gemaakt van een vetspuit. Voor alle
punten wordt EP2 vet aanbevolen.
10.2.1. Uitschuifcilinders stempelbalken
In Figuur 10-5 is aangegeven waar de smeernippel
van de uitschuifcilinder binnenin de stempelbalk zich
bevindt (A).
Om deze nippels te kunnen smeren moeten de
stempelbalken uitgeschoven worden tot de gaten
buiten het frame steken. Door deze gaten zijn de
smeernippels (1 per stempelbalk) bereikbaar.
10.2.2. Aangedreven assen
Figuur 10-6
AT3EURO4.SK377_NL_H10_v001
HANDLEIDING SPIERINGS TRUCK SK377-AT3
Figuur 10-5
Van de aangedreven assen moeten alle
kruiskoppelingen bij de fusee handmatig gesmeerd
worden. (Zie Figuur 10-6, C)
10-3