Inhoudsopgave
Advertenties
2.7.1.
Bedrijfsrem
De bedrijfsrem wordt bediend met de rempedaal en werkt geheel pneumatisch. De luchtdruk wordt op het
dashboard weergegeven door twee luchtdrukmeters. Wanneer de druk onder de 5,5 bar daalt, wordt dit kenbaar
gemaakt door een controlelampje op het dashboard. Er mag dan niet met de kraan gereden worden.
De bedrijfsrem is uitgerust met ABS (Anti-Blokkeer-Systeem). Dit verhindert het blokkeren van de wielen van het
voertuig bij een te krachtige bediening van de bedrijfsrem op voornamelijk gladde wegen. Hierdoor blijft bij
maximale remvertraging de bestuurbaarheid van het voertuig behouden terwijl het voertuig optimaal afremt.
Bij een snelheid kleiner dan 7 km/u werkt het ABS niet en zal de controlelamp op het instrumentenpaneel
branden.
2.7.2.
Parkeerrem
De parkeerrem treedt in werking wanneer de hefboom van de parkeerrem naar achteren bewogen wordt.
Hierdoor worden de veerremboosters ontlucht en grijpt de rem aan. In de meest achterste stand wordt de hendel
vergrendeld en blijft de parkeerrem ingeschakeld. De parkeerrem wordt gelost door de hefboomknop uit te
trekken en de hefboom naar voren te bewegen.
Bij te lage luchtdruk voor de bedrijfsrem kan de parkeerrem worden gebruikt om het rijdende voertuig af te
remmen. Beweeg het parkeerremhendel gedoseerd naar achteren. Eenmaal bediend kan de parkeerrem niet
meer gelost worden, totdat de luchtdruk weer op peil is. (zie ook: slepen van de kraan)
2.7.3.
Motorrem
De motorrem werkt door het afsluiten van de brandstoftoevoer. Ook wordt de uitlaat afgesloten m.b.v. een klep.
De bediening van de motorrem bevindt zich links van het koppelingspedaal op de vloer van de truckcabine.
Zolang deze voetschakelaar wordt ingedrukt is de motorrem in werking. De motorrem wordt gebruikt om op de
motor af te remmen (bijvoorbeeld bij het afrijden van een berg).
Let op!
Het toerental van de motor mag tijdens gebruik van de motorrem niet boven de 2500
omw/min komen!
2.7.4.
Afremmen op de retarder (optie)
Voor het afremmen bij hoge snelheden en bij lange afdalingen, is het gebruik van de retarder gunstig. Het
vermindert slijtage van de bedrijfsrem. De retarder wordt in werking gesteld met het bedieningshendel op het
instrumentenpaneel. Dit hendel heeft zes standen om de remkracht te regelen. Het controlelampje op het
instrumentenpaneel geeft aan of de retarder in werking is.
AT3EURO4.SK377_NL_H02_v001
HANDLEIDING SPIERINGS TRUCK SK377-AT3
2-18
Advertenties
Inhoudsopgave
