5.6. Koppeling
Controleer de koppeling tijdens de jaarlijkse onderhoudsbeurt bij normale
bedrijfsomstandigheden.
5.6.1.
Koppeling controleren
1.
Druk het koppelingspedaal een aantal maal goed in.
2.
Voelt de koppeling "sponzig" aan is het noodzakelijk de koppeling te ontluchten.
3.
Voelt de koppeling "hard" aan kan hiermee zonder problemen verder gereden worden.
5.6.2.
Koppeling ontluchten
Let op!
Tijdens het ontluchten mag het niveau van de vloeistof niet onder het minimum komen.
1.
Zorg ervoor dar de motor uit staat.
2.
Ontlucht de 10 liter accessoiretank.
3.
Persoon 1 drukt het koppelingspedaal (Figuur
5-10, 1 en 2) voor 2/3 in.
4.
Persoon 2 ontlucht de koppeling (nippel bevindt
zich op de werkcilinder onder het koppelingshuis)
door de nippel los te draaien. (Zie Figuur 5-10, 3
en Figuur 5-11, B)
5.
Indien het koppelingspedaal weer "hard" aanvoelt kan de nippel (B) weer dichtgedraaid worden.
6.
Vul het reservoir (4) voor de koppelingsvloeistof weer volledig bij met koppelingsvloeistof.
AT3EURO4.SK377_NL_H05_v001
HANDLEIDING SPIERINGS TRUCK SK377-AT3
Figuur 5-10
Figuur 5-11
5-8