Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Batterijlader; Batterijen Laden - Club Car Carryall 1 2001 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Carryall 1 2001:
Inhoudsopgave

Advertenties

BATTERIJLADER

Lees GEVAAR, WAARSCHUWING en VOORZICHTIG op pagina 16.
OPMERKING: Aangezien de Powerdrive-lader een geheugen heeft dat de batterijen iedere 15 dagen automa-
tisch controleert en zo nodig bijlaadt, mag hij gedurende de opslagperiode aangesloten blijven op
een Powerdrive-voertuig.
Kort na het begin van het laden schakelt de PowerDrive lader zichzelf uit en voert een zelftest uit
(de ampèremeter gaat naar 0). Enkele ogenblikken later wordt het laden hervat (de ampèremeter
toont de huidige lading).
Bij elke Carryall elektrische transportwagen wordt automatisch een volautomatische, vaste batterijlader geleverd.
De stekker van de lader moet aangesloten worden op een stopcontact dat het minimumaantal ampère per lader
kan leveren voor uw locatie.
Om het gevaar op elektrische schok te verminderen, moet de batterijlader geaard zijn. De lader is voorzien van
een elektrisch wisselstroomsnoer met een aardgeleider en een stekker met aardpen. De stekker moet geaard aan-
gesloten worden op een stopcontact dat hiervoor bestemd is en dat correct geïnstalleerd en geaard is, en aan alle
toepasselijke overheidsvoorschriften en -reglementen voldoet. Raadpleeg de handleiding die bij de batterijlader
wordt geleverd, voor specifieke bedieningsvoorschriften alvorens u de lader gebruikt.
Vermijd het gebruik van een verlengsnoer met de lader. Indien een verlengsnoer toch nodig is, dient u een snoer
nr. 12 AWG (3 geleiders) met aardgeleider voor zwaar gebruik, in goede elektrische staat, te gebruiken. Indien u
een verlengsnoer gebruikt, houd het zo kort mogelijk (niet langer dan 3,7 m). Leg alle snoeren zo dat er niet op
getrapt of over gestruikeld kan worden en dat ze beschermd zijn tegen schade en druk.
De laadruimte moet goed geventileerd zijn. Om een concentratie van explosief gas te voorkomen, mag de lucht
nooit meer dan 2 % waterstof bevatten. Het totale luchtvolume van een afgesloten ruimte moet minstens vijf keer
per uur ververst worden. Raadpleeg een plaatselijke ingenieur in verwarming, ventilatie en airconditioning.
∆ WAARSCHUWING
• Wijzig nooit de bedrading in het stopcontact van de lader om de grijze zekeringkoppeling te omlo-
pen (2). (Figuur 18, pagina 38).

BATTERIJEN LADEN

OPMERKING: Bij temperaturen onder de 18,3 °C moeten batterijen die in een onverwarmde ruimte worden gela-
den zo snel mogelijk na het gebruik opgeladen worden. Batterijen zijn direct na het gebruik het
warmst; koude batterijen hebben meer tijd nodig om volledig op te laden.
Sluit de wisselstroomstekker van de lader aan op een stopcontact, dat uitsluitend hiervoor bestemd is, met de
juiste aarding en bedrading, en dat aan alle toepasselijke overheidsvoorschriften en -reglementen voldoet. Steek
de gelijkstroomstekker van de lader vervolgens in het stopcontact van het voertuig. (Figuur 16, pagina 37). Twee
tot tien seconden later begint de lader te werken.
De PowerDrive lader werkt samen met de boordcomputer van het PowerDrive System 48 voertuig. De computer
registreert de hoeveelheid energie die tijdens het rijden is verbruikt. Wanneer de lader aangesloten is, wordt het
36
Handleiding voor de eigenaar van een 2001 Carryall elektrische transportwagen
Batterijlader

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Carryall 2 2001Carryall 6 2001

Inhoudsopgave