WAARSCHUWING I.V.M. HET OPLADEN VAN DE BATTERIJ
Neem de volgende waarschuwingen in acht wanneer u de batterijlader gebruikt. Zie pagina 36 voor gedetail-
leerde gebruiksaanwijzingen i.v.m. de batterijlader.
∆ GEVAAR
• Tijdens het laden geven batterijen waterstofgas af. Waterstofgas is ontplofbaar. Indien het voertuig
beschikt over een weerbestendige overdekking, dan moet deze worden losgeritst en terug worden
getrokken terwijl de batterijen worden geladen. Dat moet gebeuren omdat zich dan geen waterstof-
gas onder de afdekking kan verzamelen.
• Laad batterijen uitsluitend in een goed geventileerde ruimte. Om een concentratie van explosief
gas te voorkomen, mag de lucht nooit meer dan 2 % waterstof bevatten. Het totale luchtvolume in
de ruimte moet vijf keer per uur ververst worden. Ventilatoren moeten op het hoogste punt van de
ruimte worden aangebracht. Neem contact op met een plaatselijke ingenieur in verwarming, venti-
latie en airconditioning.
∆ WAARSCHUWING
• Laat alleen een getrainde monteur de lader onderhouden of repareren. Neem contact op met uw
Club Car-dealer.
• Elke lader moet aangesloten zijn op een aparte eenfasige stroomkring met afzonderlijke beveili-
ging (stroomonderbreker of zekering), in overeenstemming met alle plaatselijke elektriciteitsvoor-
schriften.
• Zorg ervoor dat alle aansluitingen bij het stopcontact en de zekeringkoppeling schoon zijn en
vastzitten.
• Laat kabels en snoeren die ingesneden, versleten of anderszins beschadigd zijn onmiddellijk
vervangen.
• Stel de lader niet bloot aan regen of ander vocht. Houd de lader droog.
• Niet gebruiken in de nabijheid van brandstoffen, graanstof, oplossingsmiddelen, verdunningsmid-
delen of andere ontvlambare stoffen. Laders kunnen ontvlambare materialen en dampen doen ont-
branden.
• Sluit het stroomsnoer van de lader aan op een goed geaard driepolig stopcontact met de spanning
en frequentie die op de lader vermeld staan.
• Gebruik geen adapter om een lader met driepolige stekker aan te sluiten op een tweepolig stopcon-
tact. Een verkeerde aansluiting van de aarding van de apparatuur kan brand of elektrische schok
veroorzaken.
• Gebruik uitsluitend verlengsnoeren en contactdozen die driepolige stekkers aanvaarden. Verleng-
snoeren moeten van het type nr. 12 AWG zijn (drie geleiders); houd de lengte zo kort mogelijk. Het
gebruik van een ongeschikt verlengsnoer kan brand of elektrische schok veroorzaken.
• Gebruik de lader niet indien die een harde klap heeft gekregen, gevallen is of op enige manier
beschadigd is.
• Duw nooit enig voorwerp door de gleuven van de behuizing. Ze kunnen gevaarlijke spanningspun-
ten raken of een kortsluiting veroorzaken die tot brand of elektrische schokken kan leiden.
• Sluit een vaste lader niet op het stopcontact aan als het snoer van de lader, de stekker of het stop-
16
Handleiding voor de eigenaar van een 2001 Carryall elektrische transportwagen
Waarschuwing i.v.m. het opladen van de batterij