Inhoudsopgave
Advertenties
Probleem
6.
Vloeistof stroomt
langzaam of
onregelmatig (vervolg)
7.
Verstuiving is te grof
8.
Te veel overspray
9.
Coatingmateriaal
'spettert' terug van
werkstuk
10. Spuitnevel is droog
11. Coatingmateriaal
slaat neer richting
pistool
E 2009 Nordson Corporation
Mogelijke oorzaak
Lage vloeistofdruk
Vloeistof te stroperig
Luchtdruk te laag voor
vloeistofdoorstroming
Te hoge viscositeit van vloeistof
voor verstuivingsluchtdruk
Verstopping in boring voor
verstuivingslucht
Beschadigde vloeistofkop of
luchtkap
Druk van verstuivingslucht te hoog
Vloeistofdruk is te hoog
Verstuivingsluchtdruk en
vloeistofdruk te hoog
Druk van patroonlucht te hoog
Spuitpistool op te grote afstand van
ondergrond werkstuk
Druk patroonlucht te hoog of
vloeistofdruk te laag
Spuitpistool moet worden gereinigd
Problemen en oplossingen
Actie
PAS OP: Overschrijd de maximale
vloeistoftoevoerdruk van 6,9 bar (100
psi) niet.
Verhoog de vloeistofdruk langzaam
totdat de doorstroomwaarde naar
wens is.
Verlaag de vloeistofviscositeit.
Verlaag de
vloeistofdoorstroomwaarde of
verhoog de verstuivingsluchtdruk.
Vervang de luchtkap en de
vloeistofkop.
Verhoog de verstuivingsluchtdruk,
gebruik een grotere luchtkap of
verlaag de vloeistofviscositeit.
Reinig de luchtkap en de buitenkant
van de vloeistofkop.
Inspecteer de vloeistofkop en
luchtkap; vervang ze als er
beschadigingen zijn.
Verlaag de drukwaarde voor
verstuivingslucht.
Gebruik een grotere vloeistofkop en
verlaag de vloeistofdruk.
Verlaag de drukken.
Verlaag de patroonluchtdruk.
Breng het pistool dichterbij het
werkstuk.
Verlaag de patroonluchtdruk of
verhoog de vloeistofdruk. Vervang de
luchtkap of de vloeistofkop.
Reinig het spuitpistool. Raadpleeg
Het spuitpistool reinigen op pagina
5‐3.
Gebruik een pistoolafdekking.
6‐3
P/N 7179426A
Advertenties
Inhoudsopgave
