11.3.14 Uitgebreide parameterinstellingen – bedrijfsmodus
Opties:
–
Automatisch: automatisch in- en uitschakelen.
De melder schakelt automatisch in bij bewegingsdetectie. Na de ingestelde nalooptijd vanaf
de laatste detectie wordt de melder automatisch uitgeschakeld.
–
Automatisch uitschakelen: handmatig inschakelen en automatisch uitschakelen.
De melder moet handmatig via het object 'externe impulsdrukker (ingang) worden
ingeschakeld. De melder wordt rekening houdend met de nalooptijd automatische
uitgeschakeld.
–
Automatisch inschakelen: automatisch inschakelen en handmatig uitschakelen.
De melder schakelt automatisch in bij bewegingsdetectie. De melder wordt uitgeschakeld na
ontvangst van een uit-telegram op het object 'externe impulsdrukker (ingang)'. Opmerking:
na 6 uur schakelt de melder automatisch uit.
–
Bewaking: automatisch in- en automatisch uitschakelen.
De melder schakelt lichtonafhankelijk in als binnen de ingestelde tijd een instelbaar aandeel
aan beweging werd gedetecteerd. De melder wordt 2 seconden na het inschakelen en de
laatste bewegingsdetectie uitgeschakeld.
Opmerking
In de bedrijfsmodi automatisch, automatisch inschakelen en automatisch
uitschakelen kan er handmatig worden in- en uitgeschakeld via de externe
impulsdrukker (ingang). Deze externe impulsdrukker wordt onder de parameter
'externe impulsdrukker' geactiveerd. Bij handmatig uitschakelen wordt de
bewegingsdetectie voor de dode tijd onderdrukt. De dode tijd is bedoeld om
direct herinschakelen te verhinderen.
Voorbeeld:
Een persoon schakelt het licht handmatig uit omdat hij de ruimte verlaat. Zonder
de dode tijd zou de erkende beweging bij het verlaten een nieuwe inschakeling
tot gevolg hebben.
KNX Technisch Handboek 2273-1-8911 / 2CKA002273B8911
Applicatie-/parameterbeschrijvingen
Automatisch
Automatische uitschakeling
Automatisch inschakelen
Bewaking
Applicatie 'melder'
│28