1 - INLEIDING
Alle installlatie-onderdelen moeten door het verantwoordelijke personeel
worden onderhouden om materiële schade en lichamelijk letsel van
personen te voorkomen. Storingen en lekkages moeten onmiddellijk
worden verholpen. De verantwoordelijke technicus draagt de
verantwoordelijkheid voor onmiddellijk herstel van de storing. Telkens
wanneer aan de eenheid reparaties zijn uitgevoerd, moet de werking van
de beveiligingsinrichtingen opnieuw worden gecontroleerd.
Volg de voorschriften en aanbevelingen in de veiligheidsrichtlijnen voor
eenheden en HVAC-installaties, zoals: EN-378, ISO-5149, enz.
Als er een lek is ontstaan of als het koudemiddel verontreinigd is
(bijv. door een kortsluiting in een motor), verwijder dan de complete vulling
met behulp van een terugwineenheid en bewaar het koudemiddel in
draagbare vaten.
Repareer het gedetecteerde lek en vul het circuit bij met de totale
hoeveelheid origineel koudemiddel *R1234ze(E) of R515B) zoals
aangegeven op de typeplaat van de eenheid. Bepaalde onderdelen van
het circuit kunnen zijn geïsoleerd. Vul alleen vloeibaar koudemiddel in
de vloeistofleiding.
Zorg ervoor dat u het juiste type koudemiddel gebruikt voor het opnieuw
vullen van het apparaat.
Het bijvullen van een ander koudemiddel dan het oorspronkelijke type
zoals genoemd op de typeplaat zal de werking van de machine schaden
en kan zelfs leiden tot vernieling van de compressoren. De compressoren
die werken met dit type koudemiddel worden gesmeerd met een specifieke
synthetische polyolesterolie.
Gebruik nooit zuurstof om leidingen te ontluchten of om een machine
om welke reden ook onder druk te zetten. Luchtmengsels of gassen
met zuurstof die onder druk staan kunnen een explosie veroorzaken.
Zuurstof reageert heftig met olie en vet. Gebruik stikstof om het
systeem door te blazen. Dit moet ook worden gedaan tijdens het
solderen.
Overschrijd nooit de opgegeven maximum bedrijfsdrukken.
Controleer de maximum toelaatbare hoge en lage testdrukken door
de instructies in deze handleiding te bekijken en de drukken die op
de kenplaat van het apparaat staan.
Gebruik geen lucht om op lekkages te testen. Gebruik hiervoor
uitsluitend koudemiddel of droge stikstof.
Een koudemiddelleiding of vat mag nooit worden gelast of
doorgebrand voordat alle koudemiddel (vloeistof en damp) uit de
machine is verwijder en het systeem is doorgeblazen met stikstof.
Dampsporen moeten worden verwijderd met droge stikstof. Wanneer
koudemiddel in contact komt met open vuur ontstaan er giftige
gassen.
Op de opstellingsplaats moet de nodige beveiligingsapparatuur
beschikbaar zijn en moet brandblusapparatuur voor het systeem en
het gebruikte type koudemiddel binnen handbereik zijn.
Koudemiddel mag niet worden overgeheveld.
Vermijd dat koudemiddel in contact komt met de huid en ogen. Draag
een veiligheidsbril. Krijgt u toch koudemiddel op de huid, was dit
dan direct af met water en zeep. Als er koudemiddel in de ogen komt
dan moeten de ogen onmiddellijk gespoeld worden met water.
Raadpleeg direct een arts.
De onbedoelde uitstoot van het koudemiddel als gevolg van kleine
lekkages of significante lozingen bij een breuk van een pijp of
een onverwachte vrijlating uit een overdrukventiel, kan
bevriezingsverschijnselen en brandwonden bij het personeel
veroorzaken. Negeer dergelijke verwondingen niet. Installateurs,
eigenaren en vooral servicetechnici voor deze eenheden moeten:
- Raadpleeg een arts voor de behandeling van dergelijke
verwondingen.
- Zorg dat er een EHBO-kit beschikbaar is, in het bijzonder voor
de behandeling van verwondingen aan de ogen.
Wij raden aan om norm EN-378 toe te passen.
Gebruik nooit vuur of stoom om een koudemiddelcilinder te
verwarmen. Er kan dan gevaarlijke overdruk ontstaan.
Bij het verwijderen en opslaan van koudemiddel moeten de van
toepassing zijnde voorschriften worden gevolgd. Deze voorschriften
voor het conditioneren en terugwinnen van HFK's onder optimale
8
kwaliteitscondities voor de producten en optimale veiligheidscondities
voor personen, goederen en het milieu worden beschreven in
norm NF E29-795.
Afpompen en terugwinnen van koudemiddel moet worden uitgevoerd
met gebruik van een terugwineenheid. Een SAE-connector
(resp. 1/2" voor R1234ze(E) en 3/8" voor R515B) op de handbediende
klep in de vloeistofleiding is meegeleverd met alle eenheden voor
aansluiting op de pompeenheid. Het is niet toegestaan modificaties
aan de eenheid uit te voeren om aftap- en bijvulaansluitingen voor
koudemiddel en olie toe te voegen. Al deze inrichtingen worden met
de eenheden meegeleverd. Zie ook de officiële maatschetsen van
de eenheden.
Gebruik nooit de compressor als vacuümpomp. Hierdoor beschadigt
de compressor.
Wegwerpcilinders (voor eenmalig gebruik) mogen nooit worden
hergebruikt of opnieuw gevuld. Schone koudemiddelflessen bedoeld
en gemarkeerd voor het originele koudemiddel zoals genoemd op
de typeplaat moeten worden gebruikt. Wanneer de cilinders leeg
zijn, evacueer de resterende gasdruk en breng de cilinders naar de
aangewezen plaats waar ze worden hergebruikt. Niet verbranden.
LET OP: Gebruik alleen koudemiddel , in overeenstemming met
AHRI 700 -2014 (Air conditioning, Heating and Refrigeration
Institute). Het gebruik van andere producten is kan gebruikers
blootstellen aan onverwachte risico's.
Verwijder nooit bevestigingsmateriaal, componenten, etc. terwijl de
machine onder druk of in werking is. Zorg dat de overdruk op 0 kPa
ligt en het systeem is doorgeblazen met stikstof alvorens onderdelen
te verwijderen of een circuit te openen.
Probeer niet om ontlastkleppen te repareren wanneer corrosie of
vervuiling (bijv. roest, vuil, schilfers) in het klephuis of het
mechanisme is aangetroffen. Vervang het onderdeel indien nodig.
Monteer ontlastkleppen niet in serie of achterstevoren.
LET OP: Over de machine, of delen ervan, mag niet worden gelopen.
Ook mogen er geen zware voorwerpen op worden geplaatst.
Onderdelen en leidingwerk moeten regelmatig worden gecontroleerd
en indien nodig gerepareerd of vervangen.
De koudemiddelleidingen kunnen breken onder het gewicht
waardoor koudemiddel vrijkomt, wat leidt tot persoonlijk letsel.
Klim niet op een machine. Gebruik een platform of steiger voor werk
op hoogte.
Gebruik hulpmiddelen (kraan, takel, lift enz.) bij het transporteren,
hijsen en plaatsen van zware onderdelen. Gebruik deze hulpmiddelen
ook als er gevaar bestaat dat u uitglijdt of uw evenwicht verliest,
zelfs wanneer onderdelen licht zijn.
Gebruik voor het repareren of vervangen van onderdelen alleen
originele reserveonderdelen. Raadpleeg de onderdelenlijst die
overeenkomt met de voorschriften van de originele apparatuur.
Laat watercircuits met industriële brijn niet leeglopen zonder eerst
de plaatselijke technische dienst of bevoegde instantie te informeren.
Sluit de waterintrede- en -uittredeafsluiters en tap het watercircuit
van de machine af alvorens werkzaamheden aan de onderdelen in
het circuit uit te voeren (gaasfilter, pomp, debietschakelaar,
enzovoort).
Draai de bouten van het waterreservoir pas los als de waterreservoirs
volledig zijn leeggelopen.
Controleer regelmatig alle kleppen, hulpstukken en leidingen van
koudemiddelcircuits en waterzijdige circuits op corrosie en lekkage.
Draag gehoorbeschermers bij het uitvoeren van werkzaamheden in
de buurt van een draaiend apparaat.