Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Waterleiding Aansluitingen; Wateraansluitingen; Debietregeling; Vastzetten Bout Van Verdamper- En Condensordeksels - Carrier 30XW-VZE Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor 30XW-VZE:
Inhoudsopgave

Advertenties

7 - WATERLEIDING AANSLUITINGEN

7.2 - Wateraansluitingen

De wateraansluitingen zijn van het type Victaulic. De intrede- en uittredediameters zijn identiek.
Intrede-/uittredediameters
Verdamper 30XW-V/30XWHV
Eenheden zonder optie 100C
Aansluiting
Buitendiameter
Eenheden met optie 100C
Aansluiting
Buitendiameter
Condensor 30XW-V/30XWHV
Eenheden zonder optie 102C
Aansluiting
Buitendiameter
Eenheden met optie 102C
Aansluiting
Buitendiameter

7.3 - Debietregeling

Stromingsschakelaar van de verdamper en de beveiliging van de
gekoeldwaterpomp
BELANGRIJK: De waterdebietschakelaar van de eenheid moet van
stroom zijn voorzien, en de beveiliging van de gekoeldwaterpomp
moet zijn aangesloten. Als deze instructie niet wordt nageleefd,
vervalt de garantie van Carrier.
De waterdebietschakelaar is gemonteerd op de waterintrede van de
verdamper en ingesteld door de regeling. Indien bijstelling noodzakelijk
is, moet dit worden gedaan door gekwalificeerd personeel dat training
heeft gehad van Carrier Service.
7.4 - Vastzetten bouten van verdamper- en
condensordeksels
De verdamper (en condensor) zijn van het type shell & tube met
afneembare waterdeksels om het schoonmaken te vergemakkelijken.
Het (opnieuw) vastzetten moet gebeuren volgens het onderstaande
voorbeeld.
OPMERKING: Voordat deze handeling wordt uitgevoerd, is het
raadzaam om het circuit af te tappen en de leidingen te ontkoppelen
om er zeker van te zijn dat de bouten op de juiste wijze en uniform
worden vastgezet.
Volgorde bij het vastzetten van de bouten van de deksels
Verklaring
1
Volgorde 1: 1 2 3 4
Volgorde 2: 5 6 7 8
Volgorde 3: 9 10 11 12
Volgorde 4: 13 14 15 16
2
Aantrekkoppel
Boutgrootte M16 - 171 - 210 Nm
451
501
in
6
6
mm
168,3
168,3
in
6
6
mm
168,3
168,3
451
501
in
6
6
mm
168,3
168,3
in
8
8
mm
219,1
219,1
601
651
851
8
8
8
219,1
219,1
219,1
8
8
8
219,1
219,1
219,1
601
651
851
8
8
8
219,1
219,1
219,1
8
8
8
219,1
219,1
219,1
7.5 - Werking van twee eenheden in master/slave-
bedrijf
De regeling van een master/slave-machine bevindt zich in het retourwater
en vereist geen extra opnemers (standaardconfiguratie). Deze kan ook
in het uittredewater zijn geplaatst. In dit geval moeten twee extra sensoren
worden toegevoegd aan het gezamenlijke leidingstelsel.
Alle parameters die nodig zijn voor de master/slave-functie moeten
worden ingesteld via het MST_SLV-menu.
Alle externe aansturingen van de master/slave-combinatie (bijv.
start/stop, setpoint, deellast) worden geregeld door de als master
geconfigureerde eenheid en moeten dus ook alleen op de master-eenheid
worden toegepast.
Iedere machine regelt zijn eigen waterpomp. Als er één gemeenschappelijke
pomp is, moeten, in gevallen met variabel debiet, afsluiters worden
geïnstalleerd op elke machine. Deze worden bij het openen en sluiten
geactiveerd door de aansturing van elke eenheid (in dit geval worden de
kleppen geregeld met behulp van de speciale waterpompuitgangen).
TM
Zie de SmartVu
-bedieningshandleiding (installatie, werking en
onderhoud) voor een meer gedetailleerde uitleg.
Eenheid met configuratie: wateruittrederegeling
Verklaring
Master-eenheid
Slave-eenheid
Schakelkasten van de master-
en slave-eenheden
Waterintrede
Wateruittrede
Waterpompen voor elke
eenheid (standaard ingebouwd
in eenheden met hydromodule)
1001
1101
1201
8
8
8
219,1
219,1
219,1
8
8
8
219,1
219,1
219,1
1001
1101
1201
8
8
8
219,1
219,1
219,1
8
8
8
219,1
219,1
219,1
2
1
Extra sensoren voor de regeling
van uittredend water, aan te
sluiten op kanaal 1 van de
slave-prints van elke master- en
slave-eenheid
CCN-communicatiebus
Aansluiting voor twee extra
opnemers
1301
8
219,1
8
219,1
1301
8
219,1
8
219,1
21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave