WAARSCHUWING!
Gefährdung durch einen Gefahrstoff!
Mögliche Folge: Tod oder schwerste Verletzungen.
Beachten Sie beim Umgang mit Gefahrstoffen,
dass die aktuellen Sicherheitsdatenblätter der
Gefahrstoff-Hersteller vorliegen. Die notwendigen
Maßnahmen ergeben sich aus dem Inhalt des
Sicherheitsdatenblatts. Da aufgrund neuer
Erkenntnisse das Gefährdungspotenzial eines
Stoffes jederzeit neu bewertet werden kann, ist
das Sicherheitsdatenblatt regelmäßig zu über‐
prüfen und bei Bedarf zu ersetzen.
Für das Vorhandensein und den aktuellen Stand
des Sicherheitsdatenblatts und die damit verbun‐
dene Erstellung der Gefährdungsbeurteilung der
betroffenen Arbeitsplätze ist der Anlagenbetreiber
verantwortlich.
Houd rekening met de maximaal toegestane druk‐
waarden, ook afhankelijk van de temperatuur.
Anders kunnen delen van het doseersysteem of
het aangesloten leidingsysteem barsten.
Maak alleen gebruik van materialen, die voldoen
aan de bepalingen, resp. specificaties in de ProMi‐
nent-bestendigheidslijst.
1.
Zorg er bij de installatie van het doseersysteem voor, dat de
door de installateur geplaatste aansluitingen altijd vrij van
belastingen zijn aangesloten op de doseerinstallatie.
2.
Wanneer spoelaansluitingen aanwezig zijn, moet voor de
spoeluitlaataansluiting een geschikte leiding voor het spoel‐
medium en voor het ontluchten aanwezig zijn. De spoelaan‐
sluitingen moeten na afloop van elk spoelproces worden
afgesloten met een blindstop.
3.
Leid de overstortleiding terug naar de leveringscontainer. Uit‐
zondering hierop zijn media zoals perazijnzuur (PAZ) en
waterstofperoxide (H2O2), en samengestelde reinigingsmid‐
delen die peroxide bevatten. Deze media moeten naar afzon‐
derlijke, schone containers worden teruggevoerd. Neem
hierbij de veiligheidsinformatiebladen van het doseermedium
in acht.
4.
Installeer de zuigleiding zo, dat deze in een constante stij‐
gende lijn verloopt. Alleen zo is gewaarborgd dat luchtbellen
naar de pomp stijgen en daar kunnen ontsnappen. Voor de
aansluiting aan de perszijde kunt u kiezen uit verschillende
inlegdelen.
5.
Installeer de zuigaansluiting, overstortleiding en persleiding.
Gebruik uitsluitend slangdiameters die passend zijn voor de
slangpilaar, met bijpassende slangklemmen, om lekkages te
voorkomen.
6.
Wanneer de omstandigheden ongunstig zijn, gebruikt u een
aanzuighulp in de zuigleiding.
Montage en installatie
35