Montage en installatie
4
Montage en installatie
Omgevingsomstandigheden
Montagewerkzaamheden:
34
Kwalificatie gebruiker, mechanische montage: geschoolde
n
Ä Hoofdstuk 2.1 „Kwalificatie van gebruiker"
vakman, zie
op pagina 27
Gebruikerskwalificaties, elektrische installatie: elektromonteur,
n
zie
Ä Hoofdstuk 2.1 „Kwalificatie van gebruiker" op pagina 27
Omgevingsomstandigheden tijdens bedrijf:
Omgevingstemperatuur: 5 ... 40 °C.
Luchtvochtigheid, max.: 92% relatieve luchtvochtigheid, niet-con‐
denserend.
Opstelhoogte, max.: 1000 m boven NAP
Voor de maximale en minimale temperatuur van het doseerme‐
dium bij maximale bedrijfsdruk, moet het veiligheidsinformatieblad
van uw doseermedium in acht worden genomen.
Beoogd gebruik
Het doseersysteem is ontworpen voor opstelling
binnen. Het gebruik buiten is niet toegestaan.
Het doseersysteem mag niet worden gebruikt
buiten de in de technische gegevens beschreven
voorwaarden.
Het doseersysteem uitsluitend laten bedienen door
deskundig personeel.
Alle andere toepassingen en/of het ombouwen zijn
verboden.
1.
U mag het doseersysteem alleen op het hiervoor bedoelde
onderstel monteren, of als wandplaat aan de wand beves‐
tigen.
2.
De wand moet vlak zijn, voldoende draagvermogen hebben
en moet loodrecht staan. Bij een vloeropstelling moet de
ondergrond vlak en bestand tegen chemicaliën zijn.
3.
Alle verbindingen (schroefkoppelingen, flensverbindingen, ...)
natrekken.