5 Bediening
5.1 Medisch hulpmiddel plaatsen
Losraken van het medisch hulpmiddel tijdens de behandeling.
Verwondingen of materiële schade
Een niet juist aangesloten medisch hulpmiddel kan van de motorkoppeling losraken
en eraf vallen.
▶ Door er voor elke behandeling voorzichtig aan te trekken kunt u controleren of het
medisch hulpmiddel goed op de motorkoppeling is aangesloten.
Hoekstuk bij rotatie van de aandrijfmotor verwijderen en opzetten.
Beschadiging van de tang.
▶ Hoekstuk nooit bij rotatie van de aandrijfmotor opzetten of verwijderen.
Bedienen van de voetschakelaar tijdens het bevestigen en afnemen van het medi-
sche hulpmiddel.
Materiële schade aan het medisch hulpmiddel.
▶ Medisch hulpmiddel niet bevestigen of losmaken terwijl de voetschakelaar wordt
bediend.
▶ O-ringen op de motorkoppeling lichtjes met KaVo Spray bevochtigen.
▶ Medisch hulpmiddel op de motorkoppeling plaatsen en vastzetten.
▶ Controleer of het medische hulpmiddel goed vastzit op de koppeling door eraan te
trekken.
5.2 Medisch hulpmiddel lostrekken
▶ Het medische hulpmiddel van de motorkoppeling draaien en losmaken en in de
richting van de as lostrekken.
5.3 Instrumenten insteken
Aanwijzing
Gebruik slechts wortelkanaalinstrumenten waarvan de schachten beantwoorden
aan ISO 1797-1 type 1 en ISO 3630-1:
- diameter van de schacht: Ø 2,334 tot Ø 2,350 mm
- inklemlengte schacht: min. 12 mm
Aanwijzing
Uitsluitend polijstinstrumenten gebruiken die overeenkomen met de ISO 1797 (1, 2,
3) type 1, van staal, hard metaal of kunststof zijn en aan de volgende criteria vol-
doen:
- diameter van de schacht: Ø 2,334 tot Ø 2,350 mm
- inklemlengte schacht: min. 12 mm
Gebruiksaanwijzing SMARTmatic S53 - 1.011.6810
5 Bediening | 5.1 Medisch hulpmiddel plaatsen
OPGELET
LET OP
LET OP
13 / 28