4
Wanneer het lampje Fout gaat branden om aan
te geven dat de bovenklep open is, drukt u
dubbel op de knop.
5
Wanneer het lampje Fout en het lampje Druk op
knop knipperen, sluit u de klep.
6
Voer driemaal een dubbele druk op de knop uit
om omlaag te schuiven naar Hex Trace activeren.
Wanneer de instelling Hex Trace activeren is
geselecteerd, brandt het lampje Gereed op het
bedieningspaneel constant, brandt het lampje
Gegevens constant, knippert het lampje Fout en
knippert het lampje Druk op knop.
7
Houd op de knop ingedrukt om Hex Trace te
starten.
De informatie die de printer ontvangt wordt
weergegeven in een hexadecimale voorstelling en
een tekenvoorstelling van een afdruktaak, zodat u
de bron van het probleem kunt isoleren.
8
Als u Hex Trace wilt afsluiten, schakelt u de
printer uit of drukt u op de knop op het
bedieningspaneel om de printer opnieuw in te
stellen.
59
Indicatielampjes