Inhoudsopgave
Advertenties
interventiebericht. Een bericht dat een
printerprobleem aangeeft. De printer kan pas
doorgaan met het verwerken van de afdruktaak
nadat het probleem door de gebruiker is
verholpen.
L
lade. Zie uitvoerlade.
laden. Informatie, zoals lettertypen, vanaf een
diskette of een apparaat overbrengen naar uw
computer of printer voor tijdelijke of
permanente opslag.
Legal. Papierformaat van 216 x 356 mm
(8,5 x 14 inch).
Letter. Papierformaat van 216 x 279 mm
(8,5 x 11 inch).
lettertype. Een familie of reeks tekens met
gemeenschappelijke visuele kenmerken, zoals
formaat, gewicht en stijl.
liggend, afdrukstand. Stand van de afgedrukte
pagina waarbij de afdruk in de lengterichting
van het papier loopt.
M
macro. Verschillende opdrachten die worden
samengebracht in een groep en tijdelijk of
permanent worden opgeslagen in het
printergeheugen.
MarkVision. Een printerhulpprogramma dat
gebruikmaakt van de bidirectionele
communicatie-mogelijkheid van de printer en
dat continu de printerstatus aangeeft. U kunt
met dit programma ook meerdere printers
configureren vanuit één installatiebestand.
MB. Megabyte; 1.048.576 bytes.
media. Elk materiaal waarop wordt afgedrukt,
zoals papier, enveloppen, etiketten en
transparanten.
menu. De opties die u kunt selecteren als u
printerfuncties en -instellingen wilt weergeven,
wijzigen of testen.
O
onderhoudsbericht. Een printerbericht dat
aangeeft dat de printer onderhoud nodig heeft.
Operation ReSource. Een project dat Lexmark
is gestart voor het hergebruik van
tonercartridges en afdrukeenheden.
overlay. Achtergrondtekst of -afbeeldingen die
ongewijzigd terugkeren in elk bestand waarvoor
de overlay wordt gebruikt.
P
pagina's per minuut. Het aantal
standaardpagina's met tekst dat per minuut kan
worden afgedrukt.
parallelle interface. Een bidirectionele interface
voor het uitwisselen van gegevens tussen de
computer en de printer.
printerstuurprogramma. Een programma
waarmee de taal van een toepassing wordt
vertaald naar de taal van de printer, zodat de
toepassing en de printer gegevens kunnen
uitwisselen.
printertaal. Een verzameling gedefinieerde
opdrachten (bijvoorbeeld PCL of PostScript)
waarop de printer reageert.
protocol. Een verzameling regels waarmee de
communicatie en de gegevensoverdracht tussen
twee of meerdere apparaten wordt beheerd.
X-3
Definities
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
