Turbimax CUS51D
Endress+Hauser
5.5.5
Stabiliteitscriterium
Tijdens de kalibratie worden de door de sensor geleverde meetwaarden op constantheid
gecontroleerd. In het stabiliteitscriterium worden de maximale afwijkingen gedefinieerd, die
tijdens een kalibratie in de meetwaarden mogen optreden, om nog te worden geaccepteerd.
De specificaties omvatten:
• de maximaal toegestane afwijking van de temperatuurmeting
• de maximaal toegestane afwijking van de meetwaarde in %
• de minimale tijdsperiode waarbinnen deze waarde moet worden aangehouden
Zodra aan de stabiliteitscriteria voor signaalwaarde en temperatuur is voldaan, wordt de
kalibratie voortgezet. Wanneer aan deze criteria niet binnen het maximale tijdvenster van
5 minuten wordt voldaan, wordt geen kalibratie uitgevoerd maar wordt een waarschuwing
gegeven.
De stabiliteitscriteria bewaken de kwaliteit van de afzonderlijke kalibratiepunten tijdens het
verloop van de kalibratie. Het doel is, de best mogelijke kwaliteit van de kalibratie, rekening
houdend met de externe omstandigheden binnen een zo compact mogelijk tijdsvenster
mogelijk te maken.
Voor kalibraties in het veld onder ongunstige weers- en omgevingsomstandigheden
kunnen de meetvensters overeenkomstig groot en de tijdvensters overeenkomstig kort
worden gekozen.
5.6
Cyclische reiniging
Voor de cyclische reiniging is perslucht het beste geschikt. De meegeleverde of ook
naderhand toepasbare reinigingseenheid wordt op de sensorkop geplaatst. Deze werkt met
een capaciteit van 50 l/min (13,2 US gal/min)
Voor de reinigingseenheid worden de volgende instellingen aanbevolen:
Soort vervuiling
Sterker vervuiling met snelle afzetting
Geringe vervuiling
Instrumentbeschrijving
Reinigingsinterval
Reinigingsduur
5 min
10 min
10 s
10 s
29