Hoofdstuk 2 BASISHANDELINGEN
Basishandelingen menubediening
Druk op toets [MENU] op het bedieningspaneel om templates te gebruiken en controleer de afdrukteller.
Log, wanneer de gebruikersbeheerfunctie is geactiveerd, in en druk op toets [MENU] op het bedieningspaneel. Het
menuscherm voor een aangemelde gebruiker wordt weergegeven.
U kunt regelmatig gebruikte templates, een groep templates of de snelkoppeling van de External Interface Enabler
vastleggen. Invoeren of wissen van de snelkoppeling kan eveneens worden geactiveerd in modus TopAccess. Raadpleeg
onderstaande handleiding voor meer informatie:
& TopAccess Guide (PDF): "Chapter 9: [My Account] Tab Page"
7
6
5
4
1.
Weergavegebied gebruikersnaam
De naam van de gebruiker die zich aanmeldt, wordt
weergegeven.
2.
Toets [EXTENSION]
Deze is geactiveerd wanneer de External Interface Enabler
geïnstalleerd is. Neem voor meer informatie contact op
met uw onderhoudstechnicus of vertegenwoordiger.
3.
Taakbalk weergavegebied
De beschikbare taakbalk voor een gebruiker die is
aangemeld, wordt weergegeven.
4.
Totaalafdrukteller
De totaalafdrukteller van de aangemelde gebruiker wordt
weergegeven. Afhankelijk van de instellingen van het
multifunctionele systeem worden de beschikbare
afdrukcijfers weergegeven.
Opmerking
Overeenkomstig de bevoegdheden voor elke gebruiker verschijnen de symbolen voor
weergavegebied.
De functies met symbool
•
Er kan een template worden aangemaakt met verschillende functies die regelmatig worden gebruikt, zodat deze naar behoefte
kunnen worden toegepast en er geen noodzaak meer bestaat om iedere keer ingewikkelde instellingen uit te voeren. Templates
kunnen worden gebruikt bij het kopiëren, scannen en versturen van een fax. Raadpleeg onderstaande handleidingen voor meer
informatie:
& Kopieerhandleiding (PDF): "Hoofdstuk 6: TEMPLATES"
& TopAccess Guide (PDF): "Hoofdstuk 5: [Registration] Tab Page" - "[Registration] Tab Page Overview"
•
Wanneer de gebruikersbeheerfunctie niet worden gebruikt, worden de openbare templategroep en de totaalafdrukteller
weergegeven.
•
[GEBRUIKER] en [OPENBAAR] worden weergegeven wanneer de gebruikersbeheerfunctie is geactiveerd.
34
kunnen niet worden gebruikt. Sommige van de functies met symbool
1
2
5.
Toets [GEBRUIKER]
De snelkoppeling, die een aangemelde gebruiker kan
gebruiken, wordt weergegeven.
6.
Toets [OPENBAAR]
De snelkoppeling, die alle gebruikers kunnen gebruiken,
wordt weergegeven.
7.
Weergavegebied voor de snelkoppeling
De in het menuscherm geregistreerde snelkoppeling
wordt weergegeven.
of
3
over de pictogrammen in de taakbalk
kunnen niet worden gebruikt.