Bijlage A
Instelschermen voor gebruikerslimieten
Met deze schermen kunt u druk- en
temperatuurlimieten instellen en aanpassen voor
beide doseerpompen, waaronder limieten die bij
overschrijding een melding of alarm veroorzaken.
Raadpleeg de onderstaande tabel voor meer
informatie.
Het toelaatbare bereik voor het temperatuurinstelpunt
is 1° - 71°C (34° - 160°F). Als het instelpunt voor de
temperatuur of druk nul is, worden de druklimieten en
-alarmen uitgeschakeld.
OPMERKING: De druk van doseerpomp B is altijd
10-20% hoger dan de druk van doseerpomp A.
Pictogram Functie
Instellen en aanpassen van druklimieten bij
het spuiten, voor beide doseerpompen.
Instellen en aanpassen van hoge en lage
temperatuurlimieten bij het spuiten,
voor beide vloeistofverwarmers.
Doeldruk of doeltemperatuur instellen.
Limieten instellen en aanpassen die, indien
ze overschreden worden, leiden tot een
melding. Gebruikt met druk- en
temperatuurlimieten.
Limieten boven en onder de doelwaarden,
die, indien ze overschreden worden, zullen
leiden tot een alarm. Gebruikt met druk- en
temperatuurlimieten.
84
Procesdruklimieten (voor spuitmodus)
Procestemperatuurlimieten (voor spuitmodus)
3A0008S