Plaats de stangen van
de vloeistofpomp
LET OP
Als de vloeistof op de blootliggende
verdringerstang mag drogen, kan er schade aan de
halspakkingen ontstaan. Zet de voedingspomp
altijd stil in de onderste stand van de slag om
schade te vermijden.
1. Voer de druk af. Volg de
Drukontlastingsprocedure, pagina 44.
2. Druk op
.
3. Draai de recirculatieventielen (AC, AD) linksom
om ze te openen. Elke pomp zal gerecirculeerd
worden tot ze de onderste slag bereikt en zal
dan stoppen.
AC
4. Wanneer de blauwe led van elke pomp
uitgeschakeld wordt, dient de overeenkomstige
circulatieklep gesloten te worden.
AC
5. Sluit de luchtklep (CA) van de hoofdpomp en de
luchttoevoer naar het volledige systeem af.
CA
CB
3A0008S
Afsluiting van het
volledige systeem
Volg deze procedure alvorens onderhoud uit te voeren
op de apparatuur of de apparatuur af te sluiten.
1. Volg De mengspruitstuk, de slang en het
spuitpistool spoelen op pagina 45.
2. Zet de veiligheidspal op de hendel, draai de
luchtregelaar dicht en sluit de hoofdluchtafsluiter.
Verwijder de spuittip.
3. Als een langere stillegging dan 24 uur gewenst is:
AD
Volg Plaats de stangen van
-
de vloeistofpomp op pagina 51.
-
Dek vloeistofuitlaten af om het oplosmiddel in
de leidingen te houden.
-
Vul de pakkingmoeren aan de A- en B-zijde
van de pomp met afdichtingsvloeistof (TSL).
4. Als het apparaat gedurende meer dan een week
wordt uitgeschakeld, volg dan Het volledige
systeem ledigen en spoelen (nieuw
spuittoestel of einde van opdracht) op
AD
pagina 49.
Plaats de stangen van de vloeistofpomp
51