Alarmcodes en probleemoplossing
Zie de Reparatie-/Onderdelenhandleidingen voor XM-meercomponentenspuittoestellen voor een
probleemoplossing die niet gebaseerd is op alarmsignalen.
Alarm-
code
Alarmprobleem
DAAX
Pompdoorslag, hoger
DABX
dan 80 cpm gedurende
10 sec.
DDAX
Pompcavitatie; daalt snel
DDBX
voor meer dan 1/2 slag.
F7AX
Systeem detecteert
F7BX
onverwachte
pompbeweging
(vloeistofstroom).
F8RX
Bij het circuleren was er
geen beweging.
P1AX
Druk laag.
P1BX
P4AX
Druk hoog.
P4BX
P4RE
Druk hoog.
P5RE
Druk hoog.
3A0008S
Wanneer
actief
Altijd
Geen materiaal in pomp of
leidingen; geen
vloeistofrestrictie.
Spuiten
Geen vloeistof of vloeistofklep
dicht.
Het materiaal is te koud
of te dik.
De regelklep van de
pompinlaat sluit niet.
Toevoerpomp levert
geen materiaal.
Inlaatzeef verstopt
(indien gebruikt).
Spuiten
Recirculatieklep of
doseerventiel open of lekt
langer dan vijf seconden.
Circulatie
Pomp heeft bij het circuleren
5 seconden niet bewogen.
Mogelijk probeerde de
gebruiker te spuiten in de
circulatiemodus.
Spuit,
De vloeistofdruk is lager dan
pomptest,
7 MPa, 70 bar (1000 psi)
lektest
bij het spuiten, of onder
10,3 MPa, 103 bar (1500 psi)
bij het testen.
Altijd
Vloeistofdruk is hoger dan
maximum.
Recirculatie
Druk aan de A-zijde is hoger
dan maximale aanbevolen
limiet van 20,7 MPa, 207 bar
(3000 psi).
Recirculatie
De druk aan A-zijde is hoger
dan de maximale
waarschuwingslimiet van
35,9 MPa, 359 bar (5200 psi).
Oorzaak
Vul het materiaal in de tank of
de slangen bij; installeer
de vloeistoftip.
Vul bij en open de inlaatklep.
Verhoog de temperatuur van het
materiaal om de viscositeit te
verlagen. Volg Vloeistof
verwarmen, pagina 40.
Schud het materiaal krachtig
om de viscositeit te reduceren.
Verwijder het afval uit de
regelklep. Of vervang de kogel,
zitting en dichting.
Controleer de toevoerpomp
(indien gebruikt).
Controleer en reinig de zeef.
Zie de handleiding van uw
doseerapparaat.
Sluit of herstel de recirculatieklep
en start een Pomptest.
Volg Pomp- en doseertest,
pagina 52.
Spuit alleen in de spuitmodus.
Verhoog de hoofdluchtregelaar.
Verlaag de druk van de
hoofdluchtregelaar of
toevoerpomp.
Verlaag de druk van de
luchtregelaar van de pomp.
Verlaag de druk van de
luchtregelaar van de pomp.
Probleemoplossing
Oplossing
65