5.9
5.9.1
Beschrijving
Toepassingen
4.
Selecteer de vereiste frequentie en het
benodigde uitgangsvermogen.
☞
Let erop dat de uitgangsfre-
quentie van de signaalgenera-
tor vergelijkbaar is met die van
de huisaansluitconnector. Kijk
voor de frequentiespecificatie
op het typeplaatje van de huis-
aansluitconnector.
Om aan te geven dat het traceersignaal
sterk genoeg is, brandt de uitgangsver-
mogen-LED permanent en klinkt het
audiosignaal ononderbroken.
5.
Zet de leidingzoeker op de signaalgene-
ratormodus en selecteer de vereiste fre-
quentie.
6.
Bepaal de lengte van de leiding. Zie "5.2
Een leiding opsporen".
Gebruik van de sondes
Algemene informatie
De sondes zijn signaalgeneratoren die worden gebruikt om buizen, kabelgoten,
kanalen of afvoerbuizen te traceren. Een sonde kan worden bevestigd aan
diverse soorten gereedschap, waaronder afvoerontstoppers, rioolreinigers en
inspectiecamera's. De sonde bevat zelf batterijen, dus hoeft, in tegenstelling
tot andere accessoires, niet te worden aangesloten op de signaalgenerator.
Het signaalpatroon dat door een sonde wordt uitgezonden, is anders dan het
patroon dat normaal door een leiding wordt uitgezonden en moet op een
13280_001
13206_001
14439_001
55