5.5
5.5.1
Verbindingsmodus
44
3.
Bij aanwezigheid van een detecteerbare
leiding geeft de leidingzoeker een hoor-
baar signaal af en wordt de waarde op
de signaalsterkte-indicatoren hoger en
lager bij het passeren van de leiding.
Keer terug naar de positie waar het
scherm van de leidingzoeker de hoogste
waarde aangaf. Markeer de positie van
een leiding met markeerverf, paaltjes,
vlaggen of iets dergelijks.
☞
Sla nooit paaltjes in de grond
boven de leiding!
☞
Om een specifieke leiding te
traceren, gebruikt u de metho-
den voor nauwkeurige bepaling
en tracering. Zie "5.1 De loca-
tie van een leiding nauwkeurig
bepalen" en "5.2 Een leiding
opsporen".
☞
Bepaal nauwkeurig de positie en het ver-
loop van leidingen totdat u ervan over-
tuigd bent dat de locatie voldoende
grondig is doorzocht.
Toepassing van de signaalgenerator in verbindingsmodus
Algemene informatie
De verbindingsmodus is de meest efficiënte manier om een signaal toe te pas-
sen op een leiding. De kabel van de signaalgenerator of een van de andere
beschikbare accessoires wordt aangesloten op de leiding die moet worden
getraceerd of geïdentificeerd.
☞
Gebruik de signaalgenerator indien mogelijk in de verbindingsmodus
om de diepte uit te lezen.
☞
De numerieke piekindicator kan worden gebruikt om meerdere leidin-
gen aan te geven of te helpen bij het traceren. De leiding met de
maximale waarde bevindt zich meestal het dichtst bij de signaalgene-
rator.
☞
De zwarte verbindingskabel kan ook worden aangesloten op andere
metalen objecten die in de grond zijn verankerd, zoals ijzeren roosters
of platen of toegangskamers.
Onder droge omstandigheden kan het noodzakelijk zijn om water
☞
rond het aardingspunt te sprenkelen om een goede aarding te realise-
ren.
☞
Als u de verbindingskabelset gebruikt, onderzoekt u de aansluitpunten
en verwijdert u corrosie en andere verontreinigingen wanneer u geen
constant geluidssignaal hoort.
500
14306_001
14340_001
Toepassingen