tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
1. Antiscalpeerrol
2. Afstandsstuk
3. Lagerbus
1. Antiscalpeerrol
2. Lagerbus
Bestuurdersstoel instellen
U kunt de stoel naar voren en naar achteren
verschuiven. De stand van de stoel moet zo zijn
dat u de machine het best kunt bedienen en dat u
comfortabel zit.
Om de bestuurdersstoel af te stellen, moet u de
hendel zijwaarts bewegen. Hiermee ontgrendelt u de
stoel
(Figuur
27).
Figuur 25
4. Flensmoer
5. Bout
Figuur 26
3. Flensmoer
4. Bout
De vrijgavehendels van de
g017628
aandrijfwielen gebruiken
WAARSCHUWING
Handen kunnen klem raken in de draaiende
onderdelen onder het maaidek. Dit kan tot
ernstig letsel leiden.
Zet de motor af, verwijder het sleuteltje
en laat alle bewegende delen tot stilstand
komen voordat u de vrijgavehendels van de
aandrijfwielen aanraakt.
WAARSCHUWING
De aandrijfeenheden van de motor en de
g017629
hydrauliek kunnen zeer heet worden. Een
hete motor of hydraulische aandrijfeenheid
aanraken kan ernstige brandwonden
veroorzaken.
Laat de motor en de hydraulische
aandrijfeenheden volledig afkoelen voordat
u de vrijgavehendels van de aandrijfwielen
aanraakt.
De vrijgavehendels van de aandrijfwielen
bevinden zich achter de stoel en beneden in het
motorcompartiment.
1.
Schakel de messchakelaar (aftakas) uit, draai
het contactsleuteltje naar de stand uit, zet de
rijhendels in de
stel de parkeerrem in werking en verwijder het
sleuteltje.
2.
Ga naar de omloophendels achter de stoel,
beneden aan de linker- en rechterkant van het
frame.
3.
Om de machine te duwen, moet u beide
omloophendels naar achteren en naar buiten
brengen om deze te vergrendelen
25
Figuur 27
VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND
(Figuur
g008962
,
28).