Om te stoppen, zet u beide rijhendels in de
.
NEUTRAALSTAND
1.
Zet de parkeerrem vrij; zie
(bladz.
18).
2.
Zet de hendels in de middelste, ontgrendelde
stand.
3.
Om vooruit te rijden, duwt u de rijhendels
langzaam naar voren
Achteruitrijden
1.
Zet de hendels in de middelste, ontgrendelde
stand.
2.
Om achteruit te rijden, trekt u de rijhendels
langzaam naar achteren
Parkeerrem vrijzetten
(Figuur
21).
Figuur 21
(Figuur
22).
De machine stoppen
Om de machine te stoppen, zet u de rijhendels
in de neutraalstand en dan in de
NEUTRAALSTAND
(aftakas) uit en draait u het contactsleuteltje naar de
stand U
.
IT
Stel de parkeerrem in werking als u de machine
verlaat; zie
Parkeerrem in werking stellen (bladz.
g008952
Verwijder het sleuteltje uit het contact.
VOORZICHTIG
Kinderen of omstanders kunnen letsel
oplopen als zij de machine verplaatsen of
proberen te bedienen terwijl deze onbeheerd
staat.
Verwijder altijd het sleuteltje uit het contact en
stel de parkeerrem in werking wanneer u de
machine onbeheerd achterlaat, ook al is het
slechts voor een paar minuten.
De maaihoogte instellen
De transportvergrendeling
gebruiken
De transportvergrendeling heeft 2 standen en wordt
gebruikt in combinatie met het maaidekpedaal. Er
is een V
ERGRENDELDE
voor de transportstand van het maaidek
23
Figuur 22
VERGRENDELDE
, schakelt u de messchakelaar
en een O
NTGRENDELDE
g008953
18).
stand
(Figuur
23).