Onderhoud
aandrijfsysteem
Bandenspanning controleren
Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsu-
ren—Bandenspanning controleren.
Zorg ervoor dat de voor- en achterbanden de voorgeschreven
spanning hebben. Een ongelijke bandenspanning kan
leiden tot onregelmatige maairesultaten. Controleer
de bandenspanning bij het ventiel
bandenspanning kan het best bij koude banden worden
gecontroleerd.
Kijk naar de aanbevolen maximale druk van de
bandenfabrikant op de zijkant van de banden van de
zwenkwielen.
Pomp de banden van de voorste zwenkwielen op tot 1,03 bar.
Pomp de banden van de achteraandrijfwielen op tot 0,90 bar.
Figuur 57
1. Ventiel
(Figuur
57). De
g000554
Onderhoud van het
maaimachine
Onderhoud van de
maaimessen
Om een goed maairesultaat te verkrijgen, moet u de
maaimessen scherp houden. Om het slijpen en vervangen
te vergemakkelijken, is het handig extra messen in voorraad
te hebben.
Veiligheid van de messen
Een versleten of beschadigd mes kan breken en een stuk
van het mes kan worden uitgeworpen in de richting van de
bestuurder of omstanders en ernstig lichamelijk of dodelijk
letsel toebrengen. Indien u een beschadigd mes probeert
te repareren, kan de veiligheidscertificatie van het product
vervallen.
•
Controleer op gezette tijden de maaimessen op slijtage of
beschadigingen.
•
Wees voorzichtig als u de messen controleert. Omwikkel
de maaimessen of draag handschoenen en wees
voorzichtig als u onderhoudswerkzaamheden aan de
maaimessen verricht. De maaimessen mogen alleen
worden vervangen of geslepen, probeer ze nooit recht te
maken of er aan te lassen.
•
Let op dat bij machines met meerdere maaimessen andere
messen kunnen gaan draaien doordat u 1 mes draait.
Vóór controle en onderhoud van de
maaimessen
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak,
schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in werking.
2. Zet de motor af, verwijder het sleuteltje en maak de
bougiekabels los.
De maaimessen controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
1. Controleer de snijranden
2. Als de randen niet scherp zijn of bramen vertonen,
moet u het maaimes verwijderen en slijpen; zie
maaimessen slijpen (bladz.
3. Controleer de messen, in het bijzonder het gebogen
deel.
4. Als u scheuren, slijtage of groefvorming in dit deel
constateert, moet u direct een nieuw mes monteren
(Figuur
58).
41
(Figuur
58).
De
43).